Nederlandse-gedichten

Heer laat mij aan het leed ontkomen,
om eindelijk bij U thuis te komen.
Ik kan ’t verdriet haast niet meer dragen,
maar slechts om hulp en troost te vragen.
Heer laat Uw liefde mij bevrijden,
dat ik niet langer hoef te lijden.

De pijn drukt als een last mijn borst,
Heer roep mij thuis gij levensvorst.
In uw handen mag ik rusten,
Die mij leiden naar de kusten,
waar U mij in liefd zal tonen,
de plek waar ik bij U mag wonen.


Na ’t verdriet schenkt U verblijden,
door mij naar mijn plaats te leiden.
Waarheen Uw hand mij zal leiden
Om mijn hart te doen verblijden.
Waar U mij als Uw beminde,
mij voorgoed Uw heil laat ondervinden.


Dan zal ik rust en vrede ervaren,
Die U Mij zult openbaren.
In het land van Uw gelofte,
en ervaren Uw belofte.
Bij Jezus mag je uithuilen,
in Zijn beide armen schuilen.


Waarmee Hij je zal omsluiten,
Jezus sluit je nimmer buiten.
Hij is ’t die mensen verzamelt,
die hun nood tot Hem uitstamelt.
Bij Hem is elk mens geborgen,
die tot Hem komt met zijn zorgen.


En aan ieder vergewissen,
al hun zonden weg te wissen.
Schenkend hen weer een goed leven,
steeds klaarstaand dat elk te geven.
Zodat ieder op doet leven,
dat blijft altijd ’s Heren streven.

Eens breekt Gods bevrijdingsdag aan.
Als wij de hemel binnengaan
Ontvangen dan een nieuw bestaan.
En wij genodigd op het feest
Zoals nooit eerder is geweest.
Want in het gouden licht dat straalt
Worden wij door God ingehaald.
Op 't blijde feest met brood en wijn
Daar laat God altijd vreugde zijn.
Elk krijgt van God een vaste plek.
Verrast ons met bekroning
Gods feest dat altijd voortgang heeft
Wordt door allen intens beleefd.
In Gods armen opgevangen,
luistert Hij naar ons verlangen.
Om bij Hem tot rust te komen,
en met liefde opgenomen.
Met Zijn hand ons toegestoken,
heelt de Heer wat is gebroken.
Want het is Gods liefdevol streven
ons geluk te doen beleven.
Waar Hij ons mee zal omgeven
Hij laat ons Zijn heil beleven.
Waar de Heer steeds op blijft letten,
ons weer op de rails te zetten.
Saam met Hem op weg te kunnen
en de juiste weg te runnen.
Als men bidt tot God de Vader
Komt Hij ons met liefde nader.
Zal de smeekbeden verhoren
Die opklinken tot Zijn oren.
Rust en vrede laat Hij dalen
Om ons hart aan op te halen.
Alles mag men God vertellen
Angst en verdriet die beknellen.
Als wij aan Gods hand gaan wandelen
Zal Hij ons met liefd' behandelen.
Ons met vrede te gedenken
Die Hij graag aan ons zal schenken.
Vouw in nood je beide handen,
en voor ’t aanzicht Gods belanden.
Je verdriet en nood uitspreken,
waarnaar door Hem wordt uitgekeken.
Weet de Heer zal je bewijzen,
je uit verdriet op doen rijzen
Alles mag je Hem vertellen,
wat je leven doet beknellen.
Hij bewijst ‘k zal voor je zorgen,
veilig in Zijn hand geborgen.
Liefdevol zal Hij je leiden,
Hij schenkt rust en zal verblijden.
Vertrouw maar op ’s Heren woorden,
daarmee smeedt Hij liefdekoorden.
’t Is Zijn liefd' die doet genezen,
trouw en hulp door Hem bewezen.
God ziet vanuit de hemel neer
Op al 't menselijk verkeer.
Hij spreekt met regelmaat ons aan
hoe men met elkaar om moet gaan.
Met regelmaat klinkt tot ons 't woord
hoe 't in ons leven met ons hoort.
God wil dat we Hem gehoorzaam zijn,
En liefdevol voor groot en klein.
En wij in onderlinge sfeer
Naar ’t woord gaan leven van de Heer.

Laat God maar de weg bepalen
Waarop men niet kan verdwalen.
Om met Hem het doel te halen.
Die onsnleidt in ’s Hemels zalen.
Zijn geliefden zal verrassen
Wat het best bij elk zal passen
En elk rijkelijk doen omringen.
Voorzien van Zijn zegeningen.
Laat ons door de liefde dragen,
Samen in het leven slagen.
Laat er rust en aandacht wezen.
En ook vrede ons tot zegen.

Want door liefde op ’s levens paden,
Is er niets wat ons kan schaden.
Als wij elkaars liefde delen,
Zal dar dagelijks blijdschap schelen.
Als God de slijpsteen gaat hanteren,
kundig en met een vaste hand.
Zijn vakmanschap doet etaleren,
u maken wil tot diamant.
Polijst Hij eerst de ruwe kanten,
dan elk facet naar Zijn ontwerp.
En schitteren doen naar alle kanten,
tot Hij de kroon ziet op Zijn werk.

Het slijpen kost Hem vele uren,
met veel geduld en wijs beleid.
Hoe lang dat het proces zal duren,
is niet belangrijk God heeft tijd.
Voor God is haasten overbodig,
u zult voor Hem een sieraad zijn.
Daarvoor heeft Hij Zijn slijpsteen nodig,
totdat u flonkerend zult zijn.

U moet als diamant gaan vonken,
die liefde schittering verspreidt.
Om met de glans door God geschonken,
door Zijn vakkundigheid bereidt.
De kracht ervan steeds uit te stralen,
die anderen met zijn glans verblijdt.
En van Zijn liefde doen verhalen,
de Zijne en van u verspreidt.
Bij Jezus mag je schuilen,
Is trooster in ’t verdriet.
Hij zal je tranen drogen
Die Hij in je ogen ziet..

Hij zal tot rust weer brengen,
Wat Hij in ’t hart ontdekt.
Zijn vrede aan gaan brengen
En maakt je weer opgewekt

Help Heer zodat ik mag herstellen,
Mijn pijn verdriet aan U vertellen.
Die als een last op mij blijft drukken,
Waaronder ik door gekweld moet bukken.

Verlos mij van ’t verdriet, de kwalen,
Daarvan verlost mijn hart ophalen
En ik weer opgewekt kan leven
Door hulp en troost door u gegeven.

En weer bevrijd kan ademhalen
U Heer daarvoor met dank betalen,
In mijn verdriet niet zal verstrikken
Daarvan bevrijd weer op te krikken.
Zet je geest eventjes stil
om te luisteren wat God wil.
Biedt Hem open hart en oor
Hem te volgen in Zijn spoor.

Doe precies wat God je vraagt
handel naar wat Hem behaagt.
Aan jou wijst de rechte baan
die jij aan Zijn hand zult gaan.

Wegwijzer blijkt God de Heer
en bewijst dat dagelijks weer
steeds de goede afslag neemt
waar je niet van Hem vervreemd.
De breuken zijn niet te herstellen
Mijn dienstbetoon voorgoed voorbij,
En wat mij hierdoor blijft beknellen
De gang van zaken maakt niet blij.
Al wat ik liefhad is verloren.
’t Verlies zorgde voor groot verdriet
Heer help mij wandelend langs Uw sporen,
Waar U Mij nieuwe vreugde biedt.
Word wijs en handel naar Gods woord
Gesproken dat men heeft gehoord.
Wat is het nut dat men verstoort
Dat men naar Gods stem niet meer hoort.
Waarom maakt men geen ommekeer
Klinkend door woorden van de Heer.
Want aandacht zorg liefde en bemin
Dat is het leven naar Gods zin.
In tien geboden ons vermeld.
Als richtlijn voor ons opgesteld.
Want elk die handelt naar Gods woord,
Bereikt aan Zijn hand d’ hemelpoort.
Waarom pleegt men zoveel geweld,
En luistert niet naar wat God vertelt,
Waarom loopt men niet in Zijn spoor
Wat Hij toewenst en ons houdt voor.
Men brengt de naaste schade toe,
En treedt op met vernietingsdoel.
Dat kan het pad van God niet zijn
Die eist dat het geweld verdwijnt.
God ziet ’t gedrag met weemoed aan,
Wat menig mens wordt aangedaan
Een mening mag van Hem geuit
En daarmee ‘t geweld buitensluit.
Men moet in vrede samengaan.
Gods klok die wijst de tijdsduur aan
Die wijst ons op de werkelijkheid
Dat enkel liefd' tot zegen leidt.
De maatschappij is in verval.
Dat bespeurt men steeds overal.
Zij gaat steeds harder achteruit
En tot steeds meer geweld besluit.
Steeds meer gewonden doen er zijn
Een lange rij van groot en klein.
Wat hebben haat en nijd voor zin,
Men vergeet liefde en bemin.
Men leeft niet naar de wens van God,
en houdt zich niet aan Zijn gebod.
Zijn woord dat wordt niet nagestreefd
Dat men tesaam in vrede leeft.
Want zorg en aandacht voor elkaar,
Maakt menigeen steeds minder waar.
Zo gaat de mensheid in getal
veel dieper zakkend in verval.
God wil ieder mens bereiken
Elk Zijn liefde laten merken.
En hen daarmede versterken
royaal schenkend nooit beperken.

Wie door Gods liefd' wordt gedragen
Leidt Hij door de levensdagen.
Op Gods woord kan men vertrouwen
Laat elk mens Zijn heil aanschouwen.

God wil ieder mens verblijden
En nooit van hun zijde scheiden
Elk met liefde overladen
Beschermen voor verdriet en schade
Smeekbede.
Heer blijf ons ’t leven mogelijk maken.
Dat al het kwaad rondom verdrijft.
En met Uw sterke hand aanraken,
en niet meer onder ons verblijft.
Zodat wij bevrijd adem halen,
En u ons met Uw heil verblijdt.
Heer laat ons vreugde overkomen
Die ons tot heil en vrede leidt.
Gods hand blijft ons met liefde strelen,
ons daarmede Zijn gaven delen.
Waar geen einde aan zal komen
en geen mens ooit van kan dromen.
Zo blijft God met zegeningen
Zijn beminden steeds omringen.
En elk daarmee overladen
als de blijk van Zijn genade.
Die Hij telkens met genoegen
altijd weer aan toe doet voegen.
Ik ben een mens van vrede,
die graag liefde en aandacht biedt.
En die ook rond wil delen,
Zoals Gods woord gebiedt.
Ik zoek naar medestanders,
Om 't samen makend waar.
Met aandacht voor de ander
makend Gods opdracht waar.
Voelt u zich ook geroepen
Die samen vormt een groep,
Die naar Gods woord doet handelen
Met gehoor gevend aan Gods roep.
Het stralend licht dat God belooft
Blijft altijd branden nooit gedoofd.
Daardoor ontstaat een blijde sfeer
waarin wij zingen God ter eer.
Die jubelzang gaat eeuwig door
Tezamen met het engelenkoor
Zingen wij samen melodieën
Met d’ allermooiste harmonieën.
Maak door uw woord en liefd gebaar
de aandacht voor uw naaste waar.
Schenk hem uw tijd die nodig is,
te luisteren naar zijn gemis.
Zodat u uw hart openstelt
voor wat uw naaste u verteld.
Goed luisterend zijn hart verlicht,
Tot hem uw juiste woorden richt.
Waarmede u zijn nood verlicht.
Dit is de taak die God oplegt
Elk die in Hem gelooft aangezegd.