Nederlandse-gedichten

Aan ’t einde van de tunnel brandt het licht
dat alle doodse grauwheid laat verdwijnen.
Daar staat de Heer op wie ons oog zich richt
en die Zijn eeuwige lichtglans blij laat schijnen.
Hij komt ons met Zijn liefde tegemoet
en roept ons toe; Kom hier Gij zijt de Mijnen.

Hij heeft Zijn beide armen uitgespreid
om ons in ’t Vaderhuis te gaan ontvangen.
Waarin Hij ons met vreugde binnenleidt
en aan ons geeft de schat die wij verlangen.
Hij schenkt aan elk het blinkend witte kleed
waarmee wij door Zijn hand worden omhangen.

Dit is de dag waarop het feest begint
waaraan in eeuwigheid geen eind zal komen.
Wij zijn van onze oorsprong reeds bemind
en zijn voorgoed nu veilig thuis gekomen.
Met wijn en spijzen wordt het feest gevierd
dat overstijgt al onze schoonste dromen.


Melodie; 487 Liedboek van de Kerken

Hoe zwaar de levensweg ook blijkt
God schenkt altijd weer hoop voor morgen.
Hij leert ons graag dat ieder kijkt
naar Hem die steeds voor ons zal zorgen.
De Heer Hij kent van ieder ’t kruis
dat hij in ’t leven heeft te dragen.
Maar op de weg naar ’t Vaderhuis
mag hij God om verlichting vragen.

Gods liefde zorgt dat onze last
ondanks de moeite is te dragen.
De Heer bepaald steeds de draaglast
schenkt kracht om daarin ook te slagen.
Hij weet wat een mens dragen kan
om onder de last niet te breken.
De Heer Hij kent de grens ervan
en laat daarin geen hulp ontbreken.

Want God berekent het gewicht
van ’t kruis dat een mens kan verduren.
Dat door Zijn handen wordt verlicht
in vaak de aller zwaarste uren.
Hij schenkt hem adem, schenkt hem lucht
en luistert naar zijn stille beden.
Waarmee hij tot Zijn Schepper vlucht
in liefde hem tegemoet komt treden.

Heer wil naar mijn beden horen
open toch voor mij Uw oren.
Laat mij niet door ’t duister gaan
maar biedt Heer Uw licht mij aan.
Kom mij tegemoet getreden
Heer ik ben zo moegestreden.
Strek Uw handen tot Mij Heer
zie op mij in liefde neer.

Heer ik blijf Uw hulp verwachten
breng toch rust in mijn gedachten.
Schenk Uw vrede aan mijn hart
dat vertwijfeld en verward
wegen zoekt om ‘t overleven
en met moeiten is omgeven.
Stil de angst die mij bekruipt
in mijn hart naar binnensluipt.

Heer kom toch met Uw bevrijden
laat Uw kind niet langer lijden.
Breng verlossing in mijn nood
neem mij veilig op Uw schoot.
Sla in liefd’ om mij Uw armen
toon mij Heer Uw groot erbarmen.
U die Mijn ontfermer zijt
wees de Herder die mij leidt.


Melodie Psalm 86

Hij komt ons tegemoet getreden
Hij zegent ons reikt ons Zijn hand.
Hij schenkt aan ons Zijn rijke vrede
waarmee Hij hart en ziel omspant.

Hij wil dat wij ’t geluk ervaren
van de door Hem bereidde rust.
Hij laat Zijn liefde ons verklaren
en van de kracht daarvan bewust.

Hij wil in onze harten wonen
en daarvan Heer en Meester zijn.
Om ons Zijn wonderen te tonen
die ons genezen van de pijn.

Hij wil graag onze Helper wezen
Verlosser Redder uit de nood.
Door liefde die aan ons bewezen
elk mens in zorgen uitzicht bood.

Hij roept ons met Zijn stem bij namen
om Hem verenigd in een kring.
Om gelovig samen te beamen
toont liefd', brengt in verwondering.
     
 
 
 

Laat mij zijn als een spiegelbeeld
waar men U Heer in mag herkennen.
Dat transparantie goed verdeelt
om zo Uw aangezicht te kennen.
En voor een ieder zichtbaar wordt
iets van Uw aard Heer en Uw wezen.
Door liefde die wordt uitgestort
aan U en anderen bewezen.

Laat zo mij dan Uw dienaar zijn
in dienst staan van mijn Heer en Meester.
Voor U gelijk een groenstruik zijn
en voor U bloeien als een heester.
Die rondom zoete geur verspreidt
die menigeen tot vreugd zal brengen.
En met zijn geur het hart verblijdt
door het met liefde te vermengen.

Schenk mij die mogelijkheden Heer
iets van Uw zijn te profileren.
Dat ik mag leven tot Uw eer
en delen in de liefdesferen.
Maak mij tot nuttig instrument
dat U voor Uw werk kunt gebruiken
En voor Uw doel wordt aangewend
dat opent vele hartenluiken.

Zie steeds bij elke zonsopgang
de knipoog van de Heer.
Die je dan van Hem ontvangt
elke dag steeds weer.
Hij zendt jou Zijn liefde toe
die je steeds omstraalt.
Geven wordt Hij nimmer moe
Hij die je weg bepaalt.

De Heer is liefdevol en goed
genadig is de Heer.
Die vergeeft en wonderen doet
zorgt voor een blijde sfeer.
Hij is elke dag nabij
Hij vergeet jou niet
Ook gaat de Heer niet voorbij
aan zorgen die Hij ziet.

In ‘t morgenlicht dat je omstraalt
treedt Hij jou tegemoet.
Je wordt dan met kracht gestaald
en weer met nieuwe moed.
Met Hem gaande door de dag
luisterend naar Zijn woord.
Zie je wat de Heer vermag
als jij naar Hem hoort.
     

Zijn naam staat in mijn hart gegrift
en is door niets daar uit te wissen.
Geschreven met onwisbaar schrift
zo kan ik Jezus naam nooit missen.
Want elke dag roep ik Hem aan
en zal dat geen moment vergeten.
Hem vragend steeds mij bij te staan
in al wat ik Jezus laat weten.

Met Hem trek ik van dag tot dag
geleid tezamen door het leven.
En treft mij soms een zware slag
dan zal Hij mij ook niet begeven.
Met raad en daad staat Hij mij bij
ik mag mij altijd tot Hem wenden.
Zijn troost en liefdewoord tilt mij
altijd weer op uit mijn ellende.

Ik heb Jezus als mijn grootste schat
een grotere zal ik nergens vinden.
Alle rijkdom ligt daar vervat
in liefde die blijft samenbinden.
Het is die liefde die mij draagt
waarmee ik voort kan door het leven.
De Heiland die mijn voeten schraagt
en met Zijn trouw mij blijft omgeven.

Er is niets triester dan een naamloos graf
een plaats die niemand terug kan vinden.
De dood brak wreed veel levens af
voor dierbare vrienden en beminden.
Zo liggen velen rustend in het veld
als onbekenden zonder kruis en namen.
Die nergens meer worden vermeld
sinds dag en uur dat zij omkwamen.

Alleen God weet nog waar hun rustplaats is
waar hun gebeente is verborgen.
En daarover de Waker is
tot aan de grote blijde morgen.
God zorgt voor bloemen in het groene gras
die op die graven welig zullen tieren.
Hij regelt dat het schoonst gewas
op aard die graven voortaan sieren.

God kent van al die naamlozen hun naam
Hij heeft ze in Zijn hand geschreven.
En heeft die daar voor altijd staan
tot Hij hen ’t leven zal hergeven.
Want Gods zorg strekt zich nog veel verder uit
tot hen die leven met herinneringen.
Die Hij met trouw en liefde omsluit
en hen daar ook mee blijft omringen.

De Heer Hij ziet ook alle achterblijvers staan
die een beminde zijn verloren.
Hij is en blijft met hen begaan
laat hen steeds van Zijn liefde horen.
De Heer spreekt van Zijn toekomst die eens komt
tijd zonder tranen en een tijd van vrede.
Die neer zal dalen op het wereldrond
verdriet behoort dan tot ‘t verleden.

Er is een bron om uit te drinken
waaruit het levend water vloeit.
Waaruit wij kracht mogen ontlenen
rondom de roos van liefde bloeit.
Die roos dat water ons gegeven
zijn tekenen van Gods gena.
Het vloeiend water schenkt ons leven
de roos van liefd’ schenkt vreugd’ erna.

Die roos krijgt men om uit te delen
er staan miljoenen in Gods veld.
Schenk die met liefde dan aan velen
waarmee de liefde wordt vermeld.
Deel kwistig rond van deze bloemen 
die bloeien in Gods rijke gaard.
Om daar de liefd’ mee te benoemen
dat teken is God alles waard

De levensbron die rijk blijft vloeien
waarborgt ons leven voor de dorst.
Want die laat trouw en liefde bloeien
als gaven van de Levensvorst.
Tezamen met de bloemengaven
waarmee Gods liefd’ wordt uitgedrukt.
Wil Hij ons steeds met ’t beste laven
steeds als men weer een roos afplukt.

God ziet ons lopen in dit aardse tranendal
waarin wij mensen voor ’t bestaan zo moeten vechten.
Hij ziet op aarde ook dat groot getal
van vluchtelingen hulpelozen en ontrechten.
Hij ziet de oorlogen die er voortdurend zijn
de kinderen die verlaten zijn op ’s levenswegen.
Hij hoort ’t geschrei het kreunen van de pijn
van hongerigen die te weinig voedsel kregen.

God ziet een wereld die in tweeën is gedeeld
die zich in rijkdom en in armoede liet splijten.
Waarin ’t bezit niet eerlijk is verdeeld
wat Hij de rijken aan bezit ook blijft verwijten.
Wat God wenst is een wereld met rechtvaardigheid
waarin de mensen als beminden samenleven.
En men door zorg en liefde wordt geleid
om die ook werkelijk aan elkaar te willen geven.

Ondanks dat aan dit alles nog niet is voldaan
heeft God de mens een nieuwe toekomst aangeboden.
Waarin slechts recht en liefde zal bestaan.
en aan de mensheid door Hem vrede wordt geboden.
Tot zo lang blijft daarop de hoop nog steeds gericht
en weet geen mens hoe lang het wachten nog zal duren.
Maar werken aan de vrede die op d’ aard wordt opgericht
daartoe blijkt God de mensheid dagelijks aan te vuren.
     
 
 

Gods hand zal nimmer van je wijken
omklemt je, houdt je stevig vast.
Dat laat Hij dagelijks weer blijken
al draag je nog zo’n zware last.
Maar ook die zal de Heer verlichten
Hij laat je nooit ten onder gaan.
Als jij je maar op Hem blijft richten.
wijst Hij de weg in jouw bestaan.

Want uit Gods hand kun je nooit vallen
dat heeft Hij immers zelf beloofd.
Zijn hand draagt met jou duizendtallen
aan Zijn hand wordt niemand ontroofd.
Je kunt vast op die hand vertrouwen
in vreugd verdriet en in je nood.
God laat je telkens weer aanschouwen
hoe Zijn hand jou weer uitkomst bood.

Geen sterkere hand is er te vinden
geen grotere, ruimere is er niet.
Alleen Gods hand die je zal binden
aan Hem die ook Zijn zegen biedt.
Gods hand heeft macht kent geen beperken
en blijkt tot ’t grootste steeds in staat.
Die hand van God laat aan jou merken
dat Hij je nimmermeer verlaat.
     
 
 

‘t Woord van God gaat nooit verloren
steeds opnieuw weer klinkt het op.
Om als licht voor ons te gloren
vreugde schenkt de hartenklop.
Die ’t geluk dan mag ervaren
waar het woord haar mee doorstroomt.
Vrede die God zal verklaren
waar nog nooit van is gedroomd.

’t Uitgangspunt is steeds Gods liefde
die Hij zo graag aan ons schenkt.
Ondanks dat men Hem vaak griefde
is ’t die liefde die ons wenkt.
God Hij is de God van ’t leven
andere doelen heeft Hij niet.
Die Zijn hart aan ons wil geven
en dat ons volledig biedt.

God Hij weet van onze zonden
vormend voor Hem een belet.
Maar daar zijn wij van ontbonden
Christus heeft ons vrijgezet
Hij is van Gods liefde ’t toonbeeld
zich voor mens en wereld gaf.
En daarmee het enig voorbeeld
dat weerstaan heeft kruis en graf.

Met Hem uit de dood herrezen
is die ook geen vijand meer.
Want de Heiland heeft bewezen
ook daarover is Hij Heer.
Hij is Heer van dood en leven
ook als 't doodsuur eenmaal slaat.
Leven wordt ons nieuw gegeven
dat dan vrolijk verder gaat.
 
     
 

’t Is mij een eer Hem lief te hebben
voor alles wat Hij heeft gedaan
Zijn trouwe liefde en Zijn zorgen
en altijd weer met mij begaan.
Geen enkele dag was Hij afwezig
maar altijd met Zijn steun nabij.
Met goede raad en wijze woorden
stond Hij mij liefdevol terzij.

Al wat ik van Hem heb ontvangen
is meer en rijker dan verwacht
Ik heb van Hem het heil verkregen
dat Hij in liefde heeft bedacht.
De liefde is nu wederkerig
Hij bood mij ’t eerst Zijn liefde aan.
Hij smeedde met mij hechte banden
met ’t koord dat altijd zal bestaan.

Geen grotere liefde is er te vinden
die Hij aan mij, ook anderen geeft.
Waarvoor Hij zich ook in blijft zetten
en met hen naar de liefde streeft.
Zo zoekt Hij naar een kring van mensen
die met Hem hebben maar een doel
De liefde constant uit te dragen
en dat met passie en gevoel.

Met liefdewoorden sprak Hij velen toe
en toonde aan hen Zijn barmhartigheden.
Wanneer zij tot Hem kwamen mat en moe
genas Hij hen van ziekt’ waaraan zij leden.
Vaak bleek Zijn schaduw daarvoor al genoeg
of soms d’ aanraking van Zijn kledingslippen
Zonder dat iemand Hem om antwoord vroeg
maar door dit wonder eventjes zich aan liet tippen.

Zo heeft Hij vele tekenen gedaan
waarvan er vele niet staan opgeschreven.
Toch is nog steeds voor ons de grote naam
van Jezus Christus ons nabij gebleven.
Hij bleek bekend als Allerzielenarts
en wilde graag de mensenredder wezen.
Van zonde was Zijn zuivere geest zeer wars
dat heeft Hij dan ook duidelijk bewezen.

Maar daarvoor is Hij wel aan ’t kruis gegaan
om mens en wereld ervan te bevrijden.
En zo een ieder er van te ontslaan
was Hij bereid te sterven en te lijden.
De grote strijd die Hem dat heeft gekost
is met geen pen en woorden te beschrijven.
Zijn liefde die van de zonde heeft verlost
die zal gedurig dagelijks bij ons blijven.

Jezus schept voor ons steeds een beeld
van wat ons eenmaal staat te wachten.
In liefde aan ons meegedeeld
Gods toekomst met Zijn eeuw’ge prachten.
Hij spreekt ons van Gods koninkrijk
dat God eens op de aard laat komen.
En van het heerlijk Vrederijk
om daar in vreugde van te dromen.

In beeldtaal en gelijkenis
met liefdewoord en wonderdaden.
Toont Hij wie God de Vader is
met goedheid ons wil overladen.
Hij mag daarvan Gods spreekbuis zijn
om ons van zonde te overtuigen.
Opdat wij ons niet voor ’t venijn
van ’t kwade in ons leven buigen.

Hij spreekt; Ik ben het die verlost
Ik ben de Weg, Waarheid en Leven
Ik bleef getrouw steeds op Mijn post
om door Mijn kruis aan elk te geven
dat hij Gods Koninkrijk bereikt
en ’t eeuwig leven zal beërven.
Wanneer de dag voor hem eens blijkt
die door Mijn liefde mag verwerven.
     
 
 
 

Leg je oor maar stil te luisteren
als Hij tot je komt en spreekt.
Alles wat Hij toe zal fluisteren
en van Zijn woord wat opsteekt.
Niets daarvan mag je vergeten
maar moet in je hart bewaard.
Zodat jij altijd blijft weten
wat Jezus jou heeft verklaard.

’t Gaat om open hart en oren
om mee aan de slag te gaan.
En intens elk woord te horen
dat ten diepste te verstaan.
Daarom gaat het in het leven
wat de Heer met jou bespreekt.
En wat Hij je graag wil geven
opdat het je aan niets ontbreekt.

Hij vertelt jou van beloften
van een leven na de dood.
Van de heerlijke geloften
die God elk door Jezus bood.
Toekomst zal er voor je gloren
als je luistert naar Zijn stem.
En het blijde nieuws mag horen
dat komt uit de mond van Hem.

Wanneer een mens met open ogen
de wonderen van Gods schepping ziet.
Dan moet zijn hart wel zijn bewogen
om schoonheid die de Schepper biedt.
Geen mensenhand kan zoiets maken
wat door Gods woord en hand bereid.
Aan wonderlijke scheppingszaken
die hij voor zich ziet uitgespreid.

De zon, de maan, planeten, sterren
de bergen, weiden op het land.
De zee met d’ horizon zo verre
het schuimend water van het strand.
De dieren die de aarde sieren
door God gekleurd op aard en zee.
Zij zijn het die met ons steeds vieren
de scheppingsvreugd naar Gods idee.

Verwondering kan enkel blijken
als we in de wereld rond ons zien.
Waar God de Heer mee wil verrijken
en van Zijn zegen wil voorzien.
Want zegen hoort bij ’t scheppingsleven
bleek vanaf ’t eerst moment bepaald.
Dat is wat God het liefst wil geven
alles met Zijn liefd’ overstraalt.

Bij God is alles vrij te krijgen
wat elk mens werkelijk nodig heeft
Hij zal in liefd’ Zijn oor steeds neigen
wat Hij op zijn gebed hem geeft.

God werkt ook niet met waardebonnen
die Hij voor wat Hij schenkt verlangt.
Daar is het God nooit om begonnen
wat de mens gratis mild ontvangt.

God voegt bij al Zijn liefdegaven
echter wel waardezegels bij.
Waar Hij ons rijkelijk mee blijft laven
geeft die er als cadeau steeds bij.

Dat zijn Gods zegels van genade
die van Hem mogen opgespaard.
Met Zijn vergeving overladen
Zijn liefde en trouw blijvend verklaard.

Want deze zegels van genade
dat zijn Gods zegels van ’t verbond.
Zij zijn tot heil en nooit tot schade
geen woord dat Gods beloften schond.

’t Zijn al Gods zegels van genade
waar Jezus en ook ’t kruis bij hoort.
Hij die voor ons met liefdedaden
geopend heeft de hemelpoort.
     
 
 
 

Ik trek mij aan Uw liefde op
die mij gedurig zal omgeven.
U die mijn zorg en moeiten kent
die ik Heer te dragen heb in ‘t leven
U kent mijn dagelijkse strijd
mijn zwakheid en mijn mogelijkheden.
Hoe ik steeds weer naar goedheid streef
U telkens kracht vraag in mijn beden.

Als ik Uw trouw en liefd’ niet had
waarop ik altijd kan vertrouwen.
Mijn grootste schat het fundament
waarop ik vast mijn geloof kan bouwen.
Ik twijfel soms en wankel Heer
waar ik mijn voetstappen zal zetten.
Maar in Uw liefde wijst U steeds
waar ik dan ’t beste op kan letten.

Want dat is volgen steeds het spoor
van liefde door U aangewezen.
Heer als ik niet begrepen wordt
dan mag ik altijd tot U vluchten.
Wanneer mijn hart Heer wordt geraakt
mijn zorg en liefd’ wordt afgewezen.
Dan trek ik mij bij U maar terug
want dat blijkt steeds het best te wezen.
     
 
 
 

Hij is de grote nodenstelper
en weet wat er in ons hart leeft.
Hij is de heler en de helper
die ons Zijn zorg, Zijn liefde geeft.
De Heer Hij zal ons nooit verlaten
Hij schenkt ons graag wat elk behoeft.
Hij wikt en weegt wat ons zal baten
zorgt dat men Zijn genade proeft.

Elk mens mag met zijn noden komen
met al zijn zorg verdriet en pijn
Die worden liefd’vol weggenomen
Hij ziet waar die aanwezig zijn.
Weer verder helpt Zijn trouwe hand
die ons bevrijdt en ons blijft leiden
Tot dat wij komen in het land
van het door Hem beloofd verblijden.