Nederlandse-gedichten

Er loopt een weg van hier naar daar
aan ’t eind wordt men Gods licht gewaar.
Dat licht dat zo uitbundig straalt
en God Zijn kinderen binnenhaalt
om vreugdvol om Zijn troon te staan
in ’t hen geschonken nieuw bestaan.
 
Want ’t leven daar dat overtreft
de schoonheid ooit op aard beseft.
Wat God aan al Zijn kinderen toont
de schatten waarmee hij beloont.
Hier wordt de mens door God verrijkt
zover wanneer zijn blik dan reikt.
 
Die weg genoemd het levenspad
die voert ons naar de hemelstad.
Waarvan de poorten openstaan
voor allen die er binnengaan.
Zij worden eenmaal ingeleid
van tijdelijkheid naar eeuwigheid.
God heeft voor het leven gekozen
dat was van ’t begin af Zijn doel.
Maar gedwarsboomd door de boze
werd verstoord Gods blijde gevoel.
 
De mens werd verleid om te eten
door woorden misleid van de slang.
Die zei hem je zult alles weten
dat blijkt van het grootste belang.
 
Wanneer je van de vrucht zult eten
door God dan bestraft met de dood.
Ga dat op mijn woord maar vergeten
hiermee wordt je hoofdprijs geloot.
 
Dan zul je de kennis verwerven
gelijk aan je Schepper te zijn.
Je zult inzicht wijsheid beërven
het leven dat wordt een festijn.
 
Door toch van de vrucht te gaan proeven
riep God de mens daarvoor terecht.
Zijn straf bleek daarvoor nu de groeve
waarmee God de mens heeft berecht.
In liefde worden wij ontvangen
als ’s hemels deuren opengaan.
Dan stilt God ons menselijk verlangen
van ’t uitzicht op een nieuw bestaan.
 
Daar klinken tot ons liefdewoorden,
Ik ben blij Mijn kind dat jij er bent
want door verbonden liefdekoorden
word jij bij Mij voorgoed verwend.
 
Je mag voor altijd bij Mij leven
dicht bij Mij zitten op Mijn bank.
En als je wilt wat rond gaan zweven
al luisterend naar de engelenklank.
 
Ook rond Mij heen staan vele stoelen
waarop je heerlijk zitten kunt
kunt daar de kwaliteit van voelen
de beste die je wordt gegund.
 
Zo ben Ik de hemel in gaan richten
voor jou en ieder plaats bereid.
Die glanzend straalt met hemellichten
wat genot schenkt in eeuwigheid.
Geschapen voor de eeuwigheid
eens door Gods liefde ingeleid.
Tot ingewijden in Zijn huis
ontvangend uit Zijn hand ons thuis.
 
God schiep geen mensen voor de dood
het is het leven dat Hij bood.
Waar de dood geen aanspraak op maakt
met koude handen aangeraakt.
 
Voor ’t leven is elk mens bestemd
dat door de zond’ door dood beklemt.
Wie geloof in Jezus als zijn Heer
ontvangt van Hem nieuw leven weer.
Hij laat de stormwind liggen
die ’t levensschip belaagt.
Hij brengt zijn kracht tot zwijgen
omdat het Hem behaagt.
 
Hij is op ’t schip de Stuurman
die vast de koers uitzet.
Te varen naar de haven
zonder dat storm ’t belet.
 
De wind bolt nu de zeilen
daarmee vaart ’t schip nu voort.
Wie op de Stuurman bouwen
zij zijn veilig aan boord.
 
Slaat stormwind toe in ’t leven
die ’t levensschip belaagt.
Jezus brengt hem tot zwijgen
als u Hem daarom vraagt.

God stelt zich voor als Vader
van wie jij kind mag zijn.
Laat in Zijn brief doorklinken
dat geldt voor groot en klein.

Niemand wordt uitgesloten
God wenst een grote kring.
Met vele lotgenoten
die Hij met liefde ontving.

Iedereen mag toetreden
’t is God die allen noodt.
Om eens in d’ eeuwigheden
bezingend Zijn naam groot.

Er is een andere werkelijkheid
die nog verborgen is,
genoemd wordt ’s hemels eeuwigheid
met zijn geheimenis.
 
Maar als die eenmaal zichtbaar wordt
plaatst God Zijn koninkrijk,
waarvan het licht op ‘d aard gestort
dat zichtbaar voor ons prijkt.
 
Als d’ aardse werkelijkheid verdwijnt
verandert er heel veel,
de werkelijkheid die dan verschijnt
schenkt God ons als erfdeel.
 
De nieuwe werkelijkheid die komt
daalt eens uit d’ hemel neer,
legt op de nieuwe schepping rond
een Goddelijke sfeer.

De hemel is met glans verlicht
met aller oog op God gericht.
Hij is het die in ’t centrum staat
als Schepper ieders toeverlaat.

Het is de plaats van groot geluk
er heerst slechts vrede nimmer druk.
Want in het licht dat nimmer dooft
wordt eeuwig ’s Heren naam geloofd.

De tijd laat ons verslijten
stuwt ons al golvend voort
en dwingt ons na te denken
wat ons vaak heeft gestoord.
 
Herinnerend de momenten
van vreugde en verdriet
dat blijken slechts de dingen
die tijd ons voortgaand biedt.
 
De tijd blijft ons opslokken
zij kent noch rust noch duur
ons steeds maar voort te dragen
van ’t een naar ’t volgend uur.
 
De tijd houdt ons gevangen
sluit eens ons leven af
laat ons naar God verlangen
die aan ons ’t leven gaf.
 
De tijd zal het verliezen
houdt eens op te bestaan
Gods eeuwigheid geschonken
zal nimmermeer vergaan.
Ware liefde eindigt nooit
’t hoogste goed is ‘t in het leven.
Waar een mens mee is getooid
om ’t aan anderen door te geven.
 
Liefd’ wordt in meervoud beleefd
door te delen en te geven.
Samen naar het beste streeft
wat men bieden kan in ’t leven.
 
Liefde is gaande hand in hand
met het zelfde doel voor ogen.
Samen naar ’t beloofde land
blij en opgewekt getogen.
 
Liefde blijft eeuwig bestaan
want zij gaat nimmer verloren.
Liefde blijkt niet te verslaan
wie zijn voet zet in haar sporen.
Gods regenboog geldt ook de dieren
want ook zij horen bij ’t geheel
om ook het heil van God te vieren
krijgen volledig daaraan deel.
 
De ganse schepping moet het weten
dat God een God van liefde is
die mens en dier nooit zal vergeten
eeuwige trouw ’t geheimenis.
 
God zal de wereld niet verdelgen
Hij redt haar uit de zondenacht
die tracht ons mensen te verzwelgen
maar door God worden thuisgebracht.
Kijk eens duidelijk in de spiegel
en vertel dan wat je ziet.
Is 't beeld helder of beslagen
wat de spiegel aan je biedt.
 
Zie je heldere contouren
die je tonen wie je bent.
Of vertoont de spiegel wazen
die je zelf dus niet herkent.
 
't Scherpe beeld zal je vertellen
hoe dat jij als mens zult zijn.
Maar een wazig beeld zal tonen
d'omvang van je valse schijn.
 
Maar ook bij de scherpe beelden
wijst de spiegel je terecht.
Waarbij hij niet zal verbergen
als je aan 't kwade blijkt gehecht.
 
Elk mens maakt keuzes in zijn leven
dan kiest hij steeds voor links of rechts,
verwachtend wat het hem oplevert
of dat ’t iets goeds blijkt of iets slechts.
 
Vaak speelt een mens voor eigen rechter
als het om zijn belangen gaat,
maar God Hij laat de mensheid weten
dat er rechtvaardigheid bestaat.
 
Dit woord moet altijd weer gewogen
bij alle dingen toegepast,
men zal geen onrecht ooit gedogen
want dat maakt ’t leven zwaar van last.
God biedt ons een verjongingskuur
als wij de hemel binnentreden.
Die is bestemd voor lange duur
afgestemd op de eeuwigheden.
 
Geen grijsaards worden daar gevonden
maar enkel kinderen zonder zonden.
Een Vader wil God voor hen wezen
die van Hem niets hebben te verzen.
 
Op d’ aard waren velen al kind
door God de Vader zeer bemind.
Hij zet dat in de hemel voort
naar Zijn belofte en Zijn woord.

Wat in de sterren staat geschreven

Jezus biedt ons de weg ten leven

Hij is de drager van HET LICHT

en brengt aan ons het goede bericht.

 

Wie naar de sterren staat te kijken

ziet wat Gods almacht hem laat blijken

daarbij voelen w’ als mens ons klein

zoals wij hier op d’ aarde zijn.

 

De sterren die aan d’ hemel prijken

laten ons ook het doel bereiken

ons richtend op de vaste baan

waarmee zij aan de hemel staan.

 

Zo zal ook Christus licht ons leiden

dat helder schijnt niet te vermijden

wat blijvend voor onze ogen straalt

zo voor ons doel en weg bepaalt

 

’t Licht dat w’ in ’t leven volgen mogen

dat zal geen duisternis gedogen

maar al wat duister is verjaagt

dat ons in ’t leven vaak belaagt.

 

Want in de sterren stond geschreven

Jezus Hij is de weg ten leven.

de eeuwige drager van HET LICHT

dat voor ons oog staat opgericht.

Reizend op de weg naar boven
past het ons de Heer te loven
en er steeds weer op te letten
’t loflied blijvend voort te zetten.
Want de Heer beloofde zegen
in ons leven op Zijn wegen.
 
’t Zonlicht dat Hij op laat komen
blijft ons met haar licht omzomen.
Voor het trekken door de nachten
staat de maan op ons te wachten.
Zowel daags als in het duister
toont God in het licht Zijn luister.
 
Zijn wij eindelijk thuisgekomen
zal ons ’t eeuwig licht omzomen
Vreugd is hier niet te omschrijven
in Gods heerlijke verblijven.
Waar Gods kinderen zullen wonen
als Zijn dochters en Zijn zonen.
Ik geloof dat God
kan toveren
dat hij echt alles
kan,
al wat Zijn handen
aanraken
Hij blijkt de
Wonderman.
 
God is een God van
wonderen
Zijn woord is al
genoeg,
Hij laat ons graag verwonderen
als Hij tot heil
bijdroeg.
 
Ik geloof dat God
kan toveren
Hij is de Wonderman,
als Zijn Woord ons
zal raken
blijkt ieder wat
Hij kan.
 
Gods stem doet vele
wonderen
dat toont Hij
telkens weer,
ook voor wie zich
afzonderen
is en blijft Hij
hun Heer.
‘t Geweld rondom neemt vormen aan
bedreigend voor ons voortbestaan.
Door ’t terrorisme steeds belaagd
worden veel levens weggevaagd.
 
Men vecht tegen de christenheid
en voert een vreselijk beleid.
Men moord en stelt velen terecht
waarmee men vele mensen knecht.
 
Het leed wat er wordt toegebracht
wordt uitgevoerd dat onverwacht
met regelmaat slachtoffers maakt
wat ons als toeschouwers diep raakt.
 
Hier helpt alleen nog ons gebed
dat God een rem op al ’t kwaad zet
wat voor onze ogen aangericht
ons toont het vreselijk gezicht.
 
Want alle bruutheid al het kwaad
waarmee men ons naar ’t leven staat
kan enkel maar met God gekeerd
die de weg en methoden leert.
God staat op jou te wachten
Hij kijkt reeds naar je uit
bent nooit uit Zijn gedachten
speel voor Hem op je fluit.
 
God wil de klanken horen
waaruit je vreugd doordringt
tot streling van Zijn oren
van jou als speelman klinkt.
 
Meng je met harp en citer
tezamen in een koor
met zang van engelen stemmen
de ganse hemel door.
 
Met tamboerijn en snaren
de stemmen van ’t orkest
Mag jij God lof verklaren
in ’t hemelse gewest.
 
In beeldspraak blijven wij verwoorden
over God wat in ons hart leeft.
Die ons verbindt met liefdekoorden
aan ons Zijn trouw en liefde geeft.
Zijn liefde is niet te bevatten
oneindig ruim dat is Zijn hart.
De liefde is een van zijn schatten
Hij biedt elk mens daarvan Zijn part.
 
God heeft nog nooit Zijn woord gebroken
wat Hij beloofd heeft maakt Hij waar.
Geen mens blijft van Zijn liefd’ verstoken
het komt tot hem met ruim gebaar.
Wat God aan ons steeds weer laat horen
wonderen zijn niet de wereld uit.
Hij laat ze voor onze ogen gloren
als Hij tot handelen besluit.
 
Eens hebben wij weer woorden nodig
dan wordt ons alles klip en klaar.
God loven blijkt niet overbodig
Hij maakte al Zijn woorden waar.
Want eeuwig gaan wij eens bezingen
God lof voor iedere liefdedaad
tot uiting komend in de dingen
waar Hij als God garant voor staat.
 
Geen beeldspraak zal er dan meer klinken
maar duidelijk is dan ieder woord.
Dat als een ster dan op zal blinken
wat uitgesproken wordt gehoord.
Met liefdewoorden die verbinden
klinkt uit ons hart dan ieder woord
tot onze God van Zijn beminden
dat met veel anderen wordt verwoord.