Reizend op de weg naar boven
past het ons de Heer te loven
en er steeds weer op te letten
’t loflied blijvend voort te zetten.
Want de Heer beloofde zegen
in ons leven op Zijn wegen.
 
’t Zonlicht dat Hij op laat komen
blijft ons met haar licht omzomen.
Voor het trekken door de nachten
staat de maan op ons te wachten.
Zowel daags als in het duister
toont God in het licht Zijn luister.
 
Zijn wij eindelijk thuisgekomen
zal ons ’t eeuwig licht omzomen
Vreugd is hier niet te omschrijven
in Gods heerlijke verblijven.
Waar Gods kinderen zullen wonen
als Zijn dochters en Zijn zonen.

You have no rights to post comments