Nederlandse-gedichten

Als Gods hand ons zal omvatten
die zich over ons ontfermt
in Zijn liefd’ niet te bevatten
zijn wij door de Heer beschermd.

God wil ons een Vader wezen
Hij die ons op handen draagt
in Zijn liefde ons bewezen
die ons in het leven schraagt.

Kind van Hem blijft Hij ons noemen
elke dag ons zeer nabij.
Hem wiens naam wij zullen roemen
nimmer gaat Hij ons voorbij.

Uit Gods hand kan niemand vallen
aan wie Hij bescherming biedt
al die vele duizendtallen
naar wie God als Vader ziet.

Wilt u ook bij Gods kring horen
bij de vrienden van de Heer
weet geen mens hij gaat verloren
als hij knielt voor Vader neer.

Middelaar bij God de Vader
is Zijn Zoon die Jezus heet
Hij brengt al Gods kinderen nader
die met grote liefde meet.

Schuld en zonde wordt vergeven
wie ze aan de Heer belijdt
dan ontvangt hij een nieuw leven
dat van zonde is bevrijd.

 

 


Wanneer je huis klaar is
dan mag je vertrekken
de schoonheid ervan
saam met Jezus ontdekken.

Niet eerder niet later
mag je af gaan reizen
pas als Hij je roept
naar Gods paradijzen.

Als duidelijk je naam klinkt
dan word je gedragen
op weg naar het land
met zijn eeuwige dagen.

Wanneer je op reis gaat
zal Jezus je tonen
Hij wijst je het huis
waar je eeuwig mag wonen.
 
 
 

Leg Gods woorden niet terzijde
houdt die vast vergeet ze niet
door de inhoud te vermijden
die God niet voor niets aanbiedt

Door Gods woorden zal men leven
hebt u in het leven rust.
die alleen de Heer kan geven
wees u daarvan goed bewust.
 

Je hoeft het niet alleen te doen
jouw eigen kruisweg te bewandelen.
Want er gaat iemand met jou mee
die hand in hand wil wandelen.

Hij heeft zich vriendelijk aangediend
heeft zich niet aan je opgedrongen.
Maar is voorzichtig met jouw nood
er goed mee omgesprongen.

Hij heeft gezegd; “Kom maar tot Mij
jij mens met al je grote zorgen.
Leg alles rustig voor Mij neer
bij Mij ben jij geborgen”.

Die trouwe vriend die Jezus is
laat jou doorlopend weten
wat samen ook de toekomst brengt
Ik zal jou nooit vergeten.

Hij torst de lasten met je mee
en helpt je die verlichten
zodat je niet onder de last
van het gewicht zult zwichten.

Eens komt voor jou dan ook de dag
dat die wordt weggenomen.
Wanneer je saam aan Jezus' hand
voorgoed bent thuisgekomen.
 

Gods huis wordt langzaam afgebroken
en slopen doet men ’t steen voor steen.
’t Gebouw verdwijnt stil uit ons leven
wanneer wij kijken om ons heen.

Alleen de oude monumenten
gebouwen uit vervlogen tijd
die worden nog in stand gehouden
omdat men daar niet graag van scheidt.

Zou in de stilt’ van mensenharten
nog ruimte en plaats voor God bestaan.
Of laten wij Hem maar links liggen
en roepen wij Hem minder aan.

Zijn wij Gods kinderen die nog knielen
en ons nog buigen voor Hem neer.
Ons leven aan Hem toevertrouwen
zijn in gemeenschap met de Heer.

Zal ’t woord van God steeds meer verdwijnen
dat blijkt steeds meer de grote vraag.
Laten wij er ons nog door leiden
die grote vraag geldt voor vandaag.

Wie denkt zonder God kan ik leven
die maakt daarmee de grootse fout
die hij in ’t leven maar kan maken
zonder God blijkt er geen behoud.

Want zij die God niet meer erkennen
en liever eigen wegen gaan.
Zijn vast en zeker ook vergeten
wat Jezus voor hen heeft gedaan.

Wat moet Jezus hebben geleden
onder die zware mensen schuld
van alle menselijke geslachten
en wat heeft God toch veel geduld.

De hoop op leven blijkt verloren
wie kruis en opstanding negeert.
Men van Gods liefde niet wil weten
vergeten is dat God regeert.

Maar wie zich tot de hemel wenden
met hart en ziel zich tot God keert.
God laat hem leven als herboren
zoals Zijn woord ons mensen leert.
     
 
 
 

 

Wat nog door sluiers is bedekt
zal God ons eenmaal openbaren
en op de blijde Morgenstond
ons ´t hemels koninkrijk verklaren.

Soms licht God sluiers even op
en laat ons daar dan achter kijken
dan licht iets van Gods toekomst op
die enkele glimpen ons laat blijken.

De glanzen die de Heer ons toont
de blikken die wij mogen werpen
blijkt nieuwe wereld die verschoont
van ieder kwaad ons oog laat scherpen.

Wat in een oogwenk wordt getoond
zijn visioenen van het leven
waar God ons eenmaal mee beloont
het Godsrijk wat ons zal omgeven.
     
 

Wij denken ’t zonder God te kunnen
en Hem weren uit ons bestaan.
Wij menen ’t zelf te kunnen runnen
in plaats van aan Gods hand te gaan.
Wij vinden ’t steeds minder belangrijk
om ons te houden aan Zijn woord.
Het blijkt in ’t leven zeer omvangrijk
dat men Zijn stem niet langer hoort.

De mens gaat meer zijn eigen wegen
voor ’t woord van God blijkt minder plaats.
Waardoor de mens ontbeert Zijn zegen
en God geplaatst heeft buitengaats.
Wie rond kijkt moet het wel opmerken
dat God uit ons bestel verdwijnt.
Wij zien het sluiten van veel kerken
de groep van christenen zich verkleind.

De mensheid blijkt niet meer betrokken
doordrongen wat Gods woord ons vraagt.
Dit alles leidt eenmaal tot brokken
omdat ’t gedrag God niet behaagt.
God is zich langzaam terug gaan trekken
Zijn oog blijft alles gadeslaan
Hij heeft Zijn handen terug doen trekken
uit ons verkilt en hard bestaan.

Kijk rond en let op alle zorgen
die menigeen op aarde kent
doordat men God heeft weggeborgen
zich in Zijn woord niet meer herkent.
De spanning en onenigheden
heerst rondom ons op menig front
waaraan door velen wordt geleden
voordat ontbranden zal de lont.

Wanneer zal men zich gaan bekeren
hoe langzaam zal dit gaan of vlug
om zich door Hem te laten leren
hoe snel keert men tot God weer terug?
Ervaren laat God vast en zeker
wat leven zonder Hem ons brengt
dan reikt Hij daarvan ons de beker
die Hij ons uit Zijn handen schenkt.

Wees wijs en blijf daarop niet wachten
maar keer u om kniel voor Hem neer
en richt opnieuw hart en gedachten
voortaan volledig op de Heer.
Maak van uw hart een huis voor vader
waarin Hij voortaan wonen mag.
En treedt Hem met uw beden nader
steeds luisterend naar Zijn gezag.

 

God heeft oneindig veel geduld
Hij blijft elk mens Zijn liefde schenken
waarmee Hij ieder graag omhult
en daarmee levenslang gedenken.

God houdt ons steeds Zijn woorden voor
die ons de rechte weg vertellen
zij wijzen ons het juiste spoor
om onze voet daarop te stellen

Wie niet de rechte paden kiest
maar kiest voor ongebaande wegen
riskeert de kans dat hij verliest
en daardoor misloopt ´s Heren zegen.

Maar God roept steeds Zijn kinderen terug
wil niet dat zij in ´t duister wandelen
Hij slaat in liefde steeds een brug
naar hen in trouw en liefd´vol handelen.

Genade toont Hij telkens weer
elk mens mag steeds opnieuw beginnen
dit tekent Vaders liefdesfeer
waarover Hij ons laat bezinnen.

Want God vergeeft graag  zondeschuld
die wij als mens voor Hem bedreven
waarmee ons hart zo diep vervult
ons door vergeven laat herleven.

Zo  houdt de Heer Zijn kinderen voor
in een oneindig liefd´vol streven
te kiezen voor het juiste spoor
naar ´t voorbeeld van Zijn liefd´ te leven
     
 
 
 

 

Heer breng ons angstig hart tot rust
wanneer het mat en moe blijft jagen.
Zich van de levensstrijd bewust
en wij aan U om vrede vragen

Het kost ons dagelijks zoveel strijd
om Uw geboden te volbrengen
en elke regel toegewijd
die naar behoren op te brengen.

Al wie Uw woorden onderhoudt
de regels aan ons Heer gegeven.
U gaf ze Heer tot ons behoud
het zijn Uw woorden ons ten leven.

Uw woorden brengen rust en vree
na strijd en onrust ons tot zegen.
Wij bidden U geef die ons mee
geleidend ons op alle wegen.
     
 

In liefde ziet Gij op ons neer
Gij gaat ons voor wijst ons de paden
en houdt ons voor wat ons kan schaden
omringt ons met Uw liefdessfeer.

Geen mens bezit er groter liefde
dan die U uit Uw hart laat vloeien
waardoor U ons Heer op laat bloeien
zonder dat ooit een woord ons griefde.

Uw liefd’ die ons geheel omsluit
voelt om ons als een warme deken
waardoor beschutting is gebleken
en zo aan ons Uw liefde uit.
 

Vraag om kracht in zware tijden
leg je zorg voor Jezus neer.
Wanneer je als mens moet lijden
laat je steunen door de Heer.

Geloof dat Jezus je zal steunen
vast vertrouwend op Zijn woord.
Want op Jezus mag je leunen
die steeds zorgt dat ’t licht weer gloort.
 

Wat zullen wij eenmaal aanschouwen
als de ziel zal verlaten de aard.
Wanneer onze ogen zich sluiten
met onze geliefden vergaard.
Zullen wij de hemel betreden
met rondom de engelen geschaard.
Zal lichtglans ons eeuwig beschijnen
zoals ons door Gods woord verklaard.

Welk beeld staat ons mensen voor ogen
dat recht doet aan ’t Goddelijke woord.
Ons daarop gericht laat beseffen
wat jaren ons oor heeft gehoord.
Gods woorden zij willen ons tonen
de plaats waar ons thuis eens zal zijn.
Het huis waarin wij dan verblijven
in ’t licht van de hemelse schijn.

Wij mensen wij hebben de keuze
verlossing door God of verderf.
Voor hemel of hel te verkiezen
voor heil of voor ’t helse bederf.
Voor nacht in de duistere krochten
van ’t dodenrijk eindeloos zwart.
In plaats van de hemelse vreugde
met eeuwige pijn in het hart.

Gods woord belooft ons heerlijkheden
in lichtglans die nimmer verdooft.
Met schatten die Zijn hand zal schenken
en ons op zijn woord zijn beloofd.
De keus die de mens in zijn leven
zal maken bepaalt wat gebeurt.
Of hij zich aan God heeft gegeven
Gods wonder van liefde bespeurt.

De keus die wij mensen gaan maken
is maatstaf voor ’t toekomstig heil.
Als wij Gods genade ervaren
en nimmer de slag van de bijl.
Die ligt aan de voet van de wortel
waarmee God de boom nedervelt.
De boom die geen vrucht heeft gedragen
waarmee het zo slecht is gesteld.

Elk mens die op God zich zal richten
aan hem gaat Gods oordeel voorbij.
Gods koninkrijk zal hij beërven
in vreugde onder Gods heerschappij.
Hij zal uit het graf eens ontwaken
als Gods stem zijn naam klinken laat.
En lichaam en ziel weer verenigd
God hem ’t witte kleed reiken gaat.

 

Houd de blik gericht op Jezus
volg de Heiland waar Hij gaat
die aan u Zijn hand zal reiken
bij Zijn leiding vindt u baat.

Laat uw ogen niet afdwalen
naar hetgeen wat u afleidt
en op ’t levenspad zult struikelen
wanneer Jezus u niet leidt.

’t Leven zit vol met gevaren
in het leven om u heen
maar Zijn vriendschap laat ervaren
Jezus laat u nooit alleen.

Wie met Hem de weg bewandelt
die u door het leven leidt
hij ervaart hoe Jezus handelt
en het mensenhart verblijdt.

Wijk dan niet van Jezus' zijde
omvat telkens weer Zijn hand
blijf het boze kwaad vermijden
met de hulp van Jezus’ kant.
 

Kom met gevouwen handen
en kniel voor Jezus neer.
Vertel Hem van uw zorgen
in rust, ontspannen sfeer.
Leg stil uw hart maar open
en laat Hem binnengaan.
Blijf op Zijn redding hopen
Hij biedt Zijn vrede aan.

Hij luistert naar uw woorden
die komen uit uw hart.
Over uw lippen komen
van vreugde en van smart.
De Heer Hij weet van beiden
Zijn hand houdt u omvat.
Waaraan Hij u wil leiden
over uw levenspad.
     
 

God laat zich niet in woorden vangen
Hij maakt zich kenbaar met Ik Ben
Die van ons mensen blijft verlangen
dat men Hem als de Heer erkent.

God is uit steensoort niet gehouwen
ook niet uit bomenhout, geveld.
Want wie Hij is laat Hij ons weten
dat heeft Zijn woord aan ons verteld.

God heeft een hart waaruit blijft komen
de liefde die Hij ons toekent.
Zijn liefde blijft oneindig stromen
Zijn oog blijft naar ons toegewend.

Tracht dus in woorden niet te vangen
want God de Heer is immers Geest
Hij koos als Schepper die belangen
die ’t ontstaan van ons is geweest.

Zijn wezen valt niet te bevatten
want daarvoor is God veel te groot.
Wij kunnen slechts dat deel omvatten
dat met Ik Ben ons ’t antwoord bood.

Gods naam bestaat maar uit twee woorden
samengevat in liefde en trouw
Hij slaat om ons Zijn liefdekoorden
die sterker zijn dan ’t sterkste touw.
 

Op handen worden wij gedragen
God heft ons uit de diepten op.
Wij mogen alles aan Hem vragen
Zijn liefd’ klinkt met Zijn hartenklop.

De Schepper baant voor ons de wegen
waar onze voeten zullen gaan.
Hij is nabij in voor en tegen
Zijn woord steunt ons in ons bestaan.

Op handen worden wij gedragen
waaruit God niemand vallen laat.
Want elk die het met Hem zal wagen
heeft daarvan in zijn leven baat.

De toekomst die ons staat te wachten
’t beloofde land door God beloofd.
Is vol van ongekende prachten
waarin eens ieder Gods naam looft.

Op handen worden wij gedragen
naar ’t uur dat eeuwig heil bepaalt.
En na de reeks van onze dagen
Gods morgenstond ons blij toestraalt.

Het glanzend licht dat wij aanschouwen
dat alle duisternis verdrijft.
Ontlast ons van het aards benauwen
en dat voor altijd bij ons blijft.

Op handen worden wij gedragen
God tilt ons eens het godsrijk in.
Ontdaan van zorgen moeite en klagen
eeuwig omsluit ons Gods bemin.


 

Heer hoor mijn stem die tot U klinkt
die vraagt gehoor op mijn gebeden.
Al wat Uw oren binnendringt
van nood waaraan zo wordt geleden.

U Heer die hart en ziel doorgrondt
en kunt verlossen van de smarten.
Die ziet hoe diep een mens doorwond
en scherpe pijnen spelen parten.

Ik vraag U Heer neig toch Uw oor
om Uw verlossing steeds te schenken
en de verdwaalden weer in ´t  spoor
met Uwe liefde te gedenken.

Heer in de wereld is veel nood
die zichtbaar is in menig leven.
Maar Uw genade blijkt zo groot
door steeds Uw uitkomsten te geven.

Uw liefde houdt ´t geheel in stand
die blijft ons met U samenbinden.
U houdt ons leven in Uw hand
biedt zegen voor ons welbevinden.
     

Wij duwen God de wereld uit
denkend Hij is niet nodig.
Daardoor valt meer en meer ’t besluit
Zijn woord is overbodig.
God staat allang niet meer centraal
kerken sluiten hun deuren.
Leegloop geschiedt op grote schaal
wat ons oog ziet gebeuren.

’t Is koude en kilheid die men ziet
harten die zich verharden.
De mensen die doen God verdriet
scheurend Zijn woord aan flarden.
Het christen zijn staat op de tocht
wordt steeds meer afgebroken.
De politiek blaast ook aftocht
en menselijkheid ontbroken.

De oproep tot geloofwaardigheid
ineen geslagen handen
toont ons men blijkt niet meer bereid
tot hechte liefde banden.
Het eigen ik staat bovenaan
persoonlijke belangen.
Daar blijkt het steeds weer om te gaan
gericht op het verlangen.

God heeft geen plaats meer in ‘t geheel
Hij blijkt steeds meer verdreven.
Valse methodes zijn het deel
waarmee wij zijn omgeven.
Waar blijft toch de barmhartigheid
van hen die zijn als hanen.
En tot geen goede daad bereid
maar zich een koning wanen.

Het gaat niet goed meer om ons heen
want alles wordt steeds minder
’t gegeven geldt voor iedereen
en elk heeft daarvan hinder.
God laat ons stilletjes begaan
straks zittend met de brokken
wanneer ons leven en bestaan
bij rampspoed wordt betrokken.

Wij hebben ’t immers veel te goed
wie let nog op de zwakken.
Want rijken met hun overvloed
blijken steeds meer te pakken.
De minste wordt niet meer ontzien
want die moet steeds meer lijden.
Hij mist de kracht vaak bovendien
om ’t onrecht te bestrijden.

De tijden breken zeker aan
dat men God aan zal roepen
om in de nood van het bestaan
zich op Hem te beroepen.
Maar of het daarna beter gaat
dat zal de toekomst leren.
Pas als men zich op God verlaat
en zich weer zal bekeren.

Want in de kerk en politiek
ook in ons eigen leven
blijkt onze maatschappij is ziek
om ’t goede na te streven.
God hoort weer terug in ons bestaan
als leidsman in ons midden
dat  wij Zijn woord weer gaan verstaan
oprecht Hem gaan aanbidden.
     
n.a.v. ervaringen in kerk en wereld
 
 
 

 

In de doolhof van het leven
kijkend steeds om elke hoek.
Zien wij wat ons blijft omgeven
naar de uitgang weer op zoek.

Dikwijls moeten wij ervaren
vast te lopen keer op keer
En dan leggen we onze hoofden
moedeloos op d’ armen neer.

Grauw armoedig ziet dan ’t leven
voor ons mensen kil en koud
en het maakt ons zeer mistroostig
hopende op lijfsbehoud

Toch kan men de uitweg vinden
luisterend naar Jezus’ woord
door Zijn stem te blijven volgen
als men naar Zijn stem maar hoort.

Wie naar Jezus’ stem niet horen
voor hen blijft het een getob
maar wie wel naar Jezus luistert
komt er met Hem bovenop.

Hij zal ’t doolhof snel verlaten
loopt de wijde wereld in.
Want door Jezus’ stem te volgen
krijgt het leven kleur en zin.
 

Uw hand Heer streelt zacht onze wonden
ja liefdevol raakt U die aan.
Want elke plek door U gevonden
zal dan geheeld niet meer bestaan.

Als zachte balsem zijn Uw woorden
zij zijn de kracht waarmee U werkt.
Het zijn de onbreekb’re liefdekoorden
waarmede U ons heil versterkt.

Een ieder die met diepe wonden
geslagen door het leven gaat.
Heeft bij U Heer de arts gevonden
en vindt bij Uw genezing baat.

U nodigt ons tot U te komen
met onze wonden, onze pijn.
Dan wordt door U de hulp geboden
en door Uw macht geen wonden zijn.

Want door Uw woord en hand verdwijnen
de wonden die men eertijds droeg.
Gij laat voor ons de zon weer schijnen
voor elk wie om genezing vroeg.