zo zul je eenmaal uit gaan vliegen.
Van hier naar de andere wereld gaat,
op je gekleurde vleugels wiegen.
Dan zul je stijgend naar het licht,
de nieuwe wereld eens verkennen.
Die ruimtelijk voor je open ligt,
en 't nieuwe leven zult herkennen.
Je zult straks je gelijken zien.
fladderend met jou rondom de bloemen.
In 's hemelstuin zo rijk voorzien,
met hen de naam des Heren roemen.
Daar zul je in dat nieuwe land,
waarop je hoopte en in geloofde.
Zijn als een vlinder in Gods hand,
wat Hij als rups je eens beloofde.
Spreekt tot ons niet het woord van God,
dat van verandering laat weten?
Dat brengt een kering in ons lot,
en dat Hij ons nooit zal vergeten.
Dat een nieuw lichaam Hij ons schenkt,
een nieuwe geest daarmee verbonden.
Als vlinder weer tot leven brengt,
ontdaan van moeiten zorg en zonden.