Hij draagt een palmtak in zijn hand,
het vaste teken van de vrede.
Met lichtglans is Hij rijk omrand,
en deelt aan ons zijn boodschap mede.
Hoort naar het woord van ’s hemelszoon,
die van Gods heil tot ons doet spreken.
Hij die ons meldt op vaste toon,
dat ’t Godsrijk voor ons aan zal breken.
Hij roept ons tot bekering op,
de liefde wet en Gods geboden.
Zijn woord heft onze harten op,
zijn hand voorziet in onze noden.
Hij noodt ons met Hem mee te gaan,
navolgend in zijn liefdedaden.
Zij zullen opgeschreven staan,
in ’t Boek van God op witte bladen.
Hij gaat ons op de weg vooruit,
want Hij gaat met ons door de tijden.
Tot valt het hemels Godsbesluit,
dat wij op d’ aarde niet meer lijden.
Dan breekt het Vrederijk blij door,
zien wij verheugd haar rijke glansen.
Wij gaan Jeruzalems poorten door,
met vredepalm en vreugdedansen.