Gods woord tot ons gesproken,
het licht voor ons ontstoken.
Dat als een waakvlam brandt,
licht dat van hogerhand.
Ons richt en bij wil lichten,
waarin Gods vergezichten.
Ons worden openbaar.
in waarheid helder, klaar.
Gods woord dat opgeschreven,
Zijn volk en ons tot leven.
Tot richtsnoer en behoud,
in liefde toevertrouwd.
Gods liefde kent geen einde,
Hij is de eeuwig Zijnde.
De bron van al wat leeft,
wat is en ons omgeeft.
Gods woord ons toegezongen,
verwoord door engelentongen.
Met juichend blijde toon,
een lied zo wonderschoon.
Waarin de Heer geprezen,
als eeuwig Opperwezen.
Die hemel zee en aard,
vast in Zijn hand bewaard.
Gods woord ons toegenegen,
boodschap van heil en zegen.
Van redding en behoud.
verwarmt elk hart dat koud
op liefde zat te wachten,
na eindeloze nachten.
van bittere eenzaamheid.
Door Gods woord wordt bevrijdt.
Gods woord dat voor de mensen,
die licht en waarheid wensen.
Ons wordt geopenbaard
Gods trouw en liefd verklaard.
Waarin wij zijn geborgen,
God Hij blijft voor ons zorgen.
Hij Vader noemt ons kind,
’t is God die ons bemint.