Er is een stem die in mij klinkt,
er is een licht dat voor mij blinkt.
Een woord klinkt tot mij in de nacht,
een hand heeft mij naar huis gebracht.

Ik zocht maar vond in ’t duister niet,
het pad, de weg die ik verliet.
Ik dwaalde arme in het rond,
tot Gij mijn Heer, Uw schaap weer vond.

De wanhoop werd mijn ziel te veel,
het duister vloog mij naar de keel.
Maar door Uw hand naar huis geleid,
raak ik mijn diepste angsten kwijt.

Ver van de kudde afgedwaald,
hebt Gij mij naar de stal gehaald.
Gedragen op Uw schouders Heer,
bracht U mij tot Uw kudde weer.

Ik dank U Heer dat U mij zocht
en ging op onderzoekingstocht.
En mij niet liet in de woestijn,
waar ik zou omgekomen zijn.

Gij hebt mij weer naar huis gehaald,
gebracht in ’t licht dat mij omstraalt.
Binnen de muren van Uw stal
één van de honderd in getal.


Melodie gez 310  L.v.d.K

 

You have no rights to post comments