Licht dat doorbreekt in het duister,
ons van God gezonden is.
Licht bevrijdend ons van kluisters,
reddend licht in ons gemis.
Sterren aan de hemel stralend,
in het donker van de nacht.
Die ons vreugdevol verhalend,
van Het Kind dat wordt verwacht.
Profetieën, Gods geloften,
worden heden ons vervuld.
Ja God zelf heeft Zijn belofte,
in een hemels licht gehuld.
Eng’len die ons blij verkonden,
dat Gods Zoon geboren is.
Die bevrijden komt van zonden,
in dit Kind, ‘t geheimenis.
Eenmaal zal Hij Koning wezen,
heersend over heel de aard.
En elk schepsel zal Hem dienen.
Hij die ons Zijn liefd’ verklaart.
Maar eerst wacht Hem ‘t bitter lijden,
aan het kruis, het graf, de dood.
Om ons mensen te bevrijden,
van de zonden, onze nood.
Jezus heeft de brug geslagen,
en ons weer met God verzoend.
Onze schuld heeft Hij gedragen,
door Zijn bloed ons rein genoemd.
Wie Hem aanneemt wordt vergeven,
Hij wil ook Uw Redder zijn.
En Hij schenkt aan ons het Leven,
eeuwig in Gods zonneschijn.