De dag is hoopvol aangebroken,
het morgenlicht verspreidt haar glans.
Het vroege zonlicht werpt haar stralen,
en zet de aarde in haar krans.
De vogels doen hun stem weerklinken,
vol vreugde zingen zij het uit.
Ontwaakt bij ‘t eerste morgen blinken,
klinkt op als eerste hun geluid.

Wat zal de nieuwe dag weer brengen,
waar wordt haar voortgang mee gevuld.
Zie hoe de bloemen stil ontwaken,
hun harten voor de zon onthuld.
Het landschap laat ons vrede smaken,
met groene weiden, uitgestrekt.
Hoe wonderschoon liet God dit maken,
wat voor ons oog verbazing wekt.

Hoor hoe een beekje zachtjes ruisend,
haar weg zoekt door het zonnig land.
Dat als een zilveren lint zich kronkelt,
haar bedding als een vast verband.
De wereld toont haar mooiste kleuren,
is als een levend schilderij.
Steeds weer verrast door dit gebeuren,
voltrekt zicht ‘t wonder weer aan mij.

You have no rights to post comments