Wij die naar de hemel reiken,
met ons menselijk verstand.
Ons beperken zal steeds blijken,
in wat zichtbaar ons omspant.
Wat kan onze geest bevatten,
soms de grootsheid van Gods Geest?
Hij die alles heeft geschapen,
daarvan Maker is geweest.
Tastend gaan is steeds ons zoeken,
naar het groot geheimenis.
Hopend eens succes te boeken,
naar wat nog verborgen is.
Maar niet alles wordt ontsluierd,
veel geheimen dekt God af.
Hij stelt grenzen aan ons weten,
en aan kennis die Hij gaf.
Slechts dat wat Hij ons wil tonen,
maakt Hij aan ons openbaar.
Dingen die in ’t leven lonen,
voor ons zichtbaar, helder, klaar.
Maar wanneer wij onze schreden,
verder richten dan Zijn wil.
Houdt Zijn hand ons krachtig tegen,
en legt al ons pogen stil.
Nimmer zal een mens doorgronden,
kracht en almacht van de Heer.
Want ons kennen is gebonden,
aan Zijn Woorden zonder meer.
Slechts verwondering moet ons blijken,
wie Hij in Zijn liefde is.
Die Hij dag aan dag blijft tonen,
eindeloos trouw, waarachtig is.