Het warme schijnsel van het kaarsen licht,
straalt sfeervol door de ramen van de oude kerk naar buiten.
Waar het in d' avond de contouren van 't gebouw verlicht,
en enkele vogels nog een laatste deuntje fluiten.
Het psalmgezang weerklinkt door orgelklank gedragen,
luid door de muren over 't stille plein.
"God heeft in mensen en de schepping welbehagen",
Hij wil hun Herder en hun trouwe Leidsman zijn.
't Is Kerstmis en de wereld wit gewold.
een witte deken heeft zich over alles heen doen spreiden.
Ook op de daken ligt het sneeuwkleed hoog en dik gebold.
en in de straten waar nog kinderen op hun sleetjes glijden.
Het Heilig Kind wordt deze nacht weer toegezongen,
dat kwam om vree te brengen op deez' aard'.
Zoals ons eens verteld door blijde eng'lentongen,
en 't heil der wereld aan ons is geopenbaard.
Maar ondanks witte sneeuw op elke boom,
blijkt nog op d' aarde vrede niet te zijn gekomen.
En blijft die vrede voor ons nog een stille droom,
waarnaar de mensheid uit blijft zien tot hij zal komen.
Nog is er in de wereld strijd en vloeien tranen,
en lijdt de mensheid aan gebrokenheid.
Maar eenmaal zal de vrede zich een weg doen banen,
dan wordt de mensheid van haar smart en druk bevrijd.
Justus A. van Tricht
25 april 2006