Grijp maar Mijn hand Ik zal je voort geleiden.
Als wij weer gaan door onherbergzaam land.
Op nieuwe wegen zal ik je verblijden
een blijde toekomst wacht je aan de andere kant.
Maar eerst voert ons de weg langs bergen en ravijnen
en moet het smalle pad worden begaan.
Vertrouw Mijn kind Ik zal niet van je scheiden
Ik zal de weg tot ’t einddoel met jou gaan.
Hierna zal weer een wisselend landschap komen
met groene weiden waterbronnen fris.
Waar je rustend onder de hoge bomen
de zachte wind zult voelen die daar waait en is.
Die zal dan voor je voor verkoeling zorgen
wanneer je daar je tent zult op gaan slaan.
Om overnachtend tot de nieuwe morgen
de weg voortzettend weer met Mij zult gaan.
Wij zullen eens de grote stad bereiken
waar je een woning van Mij toegewezen krijgt.
En daar verbaasd al wandelend rond mag kijken
een nieuwe toekomst kind van Mij krijgt aangereikt.
Hier mag je al je zorgen voorgoed gaan vergeten
en worden vele gaven van Mij aan je toebedeeld.
Ik wilde dit Mijn kind je laten weten
vooruitzicht op het komend toekomstbeeld.