Wij komen bijeen in de naam van de Heer,
geroepen tot horen en prijzen.
Het licht uit de hemel dat daalt tot ons neer,
het licht dat God voor ons laat rijzen.
Zijn Woord als een licht in ons leven gesteld,
zal paden en voeten verlichten.
Wij mogen het horen het wordt ons verteld,
ons hart en ons oog er naar richten.
Het heil ons bereid door de komst van Zijn Zoon,
gekomen om ons te bevrijden.
Die lijdend en stervend, voor ons droeg het loon,
de dood overwon door Zijn strijden.
Die opstond, verheerlijkt het graf toen ontrees,
de macht van de dood heeft verslagen.
Die ons door Zijn lijden, Zijn liefde bewees,
heeft al onze zonden gedragen.
Bevrijd door het Woord en het hand’len van God,
zijn wij weer Gods kind’ren, beminden.
Door Hem die een keer bracht in ‘t menselijk lot,
gekomen voor lammen en blinden.
Melaatsen, gekwetsten en armen van geest,
voor elk uit een vrouw eens geboren.
Is Hij heel de wereld tot redding geweest,
laat voor ons Gods heilslicht blij gloren.
Wij danken en prijzen de Vader, de Zoon,
de Geest die ons troost en wil leiden.
Wij zingen ons lied nu op juichende toon,
Gods liefde zal nooit van ons scheiden.
Hij die ons behoedt, ons Zijn liefde verklaart,
en steeds onze schuld wil vergeven.
Ons leven wil richten en veilig bewaart,
plaatst Hij ons in ‘t licht, schenkt ons leven.