een Weihnachtsoratorium.
Schoon klonken breed de mooiste klanken,
van 't hemels consistorium.
De stemmen deden zich goed mengen,
in menig mooie aria.
En 't recitatief ook goed brengen,
met goed gevoel voor varia.
Dit stuk muziek heeft eens verklonken,
met 't eer aan God en 't Gloria.
Voor herders die in Beth'lems velden,
bekend stonden als paria.
En juist aan hen, liet God verkonden,
blijde geboorte van Het Kind.
Dat voor de wereld en haar zonden,
gekomen was, die Hij bemint.
Zo deed met Kerstmis eeuwen later,
de grote Bach geëerd geroemd.
Zijn grote Kerst-mis aan ons horen,
ook oratorium genoemd.
Ook daarin wordt Het kind bezongen,
en aan God d' hoogste eer gebracht.
Waarin de jongensstemmen zongen,
bij 't kaarsenlicht in de Kerstnacht.
Rond Kerstmis mogen wij 't weer horen,
't Jauchzend frohlockend dat weerklinkt.
Voor 't Christuskind dat in de kribbe,
hoort hoe het Bachkoor voor Hem zingt.
Muziek doet Zijn geboort' omgeven,
en 't in de hemel ook gewend.
Waar Hij voor dat Hij kwam deed leven,
voor God Zijn komst hier had gepland.
Wie luistert naar gewijde klanken,
bemerkt, zijn hart raakt blij verstild.
Die hem van binnen teder raken,
zacht naar Gods hoogten opgetild.
Van engelenzang en koor genieten,
is immers 't mooiste tijdverdrijf.
Want wij zijn Gods vergeet-mij-nieten,
wachtend op 't hemelse verblijf.