Er staat een heldere ster te stralen,
te schitteren aan het firmament.
Zij doet de wereld blij verhalen,
maakt de geboort’ van ‘t Kind bekend.
Hoog boven ’t stalletje verheven,
spreidt zij in bundels ’t gouden licht.
Om daarmee duidelijk aan te geven,
waar ’t Kindje in de kribbe ligt.
Er is een Koningskind geboren,
uit Davids rijke voorgeslacht.
De hele wereld moet het horen,
dit is het Kind wat werd verwacht.
Dit is het Kind van Gods belofte,
dit is de Vredevorst, Gods Zoon.
Die komen zou naar Gods gelofte,
en wissen ’s werelds zonden schoon.
Dit Kind gekomen in ons midden,
brengt ons Gods heil en vrede aan.
Komt laten wij dit Kind aanbidden,
en door de staldeur binnengaan.
Om aan dit Kind ons hart te geven,
dat ons van schuld en zond’ bevrijdt.
De Weg zal zijn tot eeuwig leven,
Hij die ons in de Waarheid leidt.