Hij gaat in rust en stilt’ Zijn wegen,
aan hartedeuren klopt Hij aan.
Wie doet Hem op Zijn roepstem open,
laat Hem genodigd binnengaan?
Wie laat de deur van ’s hartenwoning,
voor Hem gesloten, opent niet.
Wie wil niet luisteren naar de woorden,
naar ’t heil wat de bezoeker biedt?
Wie kiest voor leven in het duister,
in plaats voor leven in het licht?
Wie leeft er liever in het donker,
heeft maling aan het blijde bericht?
Wie wil niet weten van verlossing,
van ’t heil dat Jezus Christus brengt?
En daarvoor in Uw hart wil wonen,
waaraan Hij liefde en vrede schenkt?
Wie houdt zijn hartedeur gesloten,
wie opent en laat Jezus in?
Wie wijst Hem af, en laat Hem buiten,
wie maakt met Hem een nieuw begin?
Wie wil er luisteren naar de woorden,
die Jezus hem te zeggen heeft?
Waardoor zijn leven echt verandert,
door ’t eeuwig leven dat Hij geeft.
Wie wil bevrijd zijn, wie gevangen,
wie maakt zijn keuze voor het licht?
Wie wil van ketenen die hem binden,
van last en zorgen zijn verlicht?
Wie wil zich voortaan laten leiden,
door Jezus woorden, aan Zijn hand?
Wie wil de echte vreugde ervaren,
wie wil met Hem die hechte band?
Wie kent er niet dat stil verlangen,
dat in zijn leven dikwijls schrijnt.
Waardoor het donker in zijn leven,
door iets van buitenaf verdwijnt.
Wie maakt vandaag de keus, beslissing,
en geeft zijn leven aan de Heer?
Wie legt zijn hart voor Jezus open,
en heel de inhoud voor Hem neer?
Kom stel niet uit, als Hij zal kloppen,
maar laat Hem binnen op Zijn stem.
Dan zal het licht voor U gaan schijnen,
dan vindt U vrede en rust bij Hem.
Zijn overweldigende liefde,
schenkt u de vreugde die u zoekt.
Wanneer de Heer vol liefd’ zich aanmeld,
ook met Zijn heilswoord u bezoekt!