Laat mij niet uit Uw handen vallen
maar houdt mij in Uw liefde vast.
Opdat ik door haar kracht gedragen,
verlicht van ’s levens zware last.
Mijn voeten op de weg blijf richten,
die naar de vrede voeren doet.
Mijn ogen toont de vergezichten,
die ‘k daarop gaande eens ontmoet.


Laat mij niet in de dorheid leven,
de leegte van de zandwoestijn.
Maar wil aan mij de vruchten geven,
die zoet en nimmer bitter zijn.
Want bitterheid zij laat vergallen,
de vreugd’ waarnaar ik zo verlang,
Laat mij niet uit Uw handen vallen,
schenk het geluk wat ‘k eruit ontvang.
 

You have no rights to post comments