Al wat er ook geschiedt,
weet God verlaat ons niet.
Hoe donker ook de tijden,
van zorg zijn en van lijden.
Wanneer er donkere wolken,
het hemelrond bevolken.
Als rondom ons gaat klinken,
bliksem die op zal blinken,
waarvan de felle schichten,
de hemel wijd verlichten.
Weet dat God in gevaren,
ons altijd zal bewaren.
Wanneer men taal hoort spreken,
van oorlog en zich wreken.
Die dood verderf blijft zaaien,
en levens af zal maaien.
Al zien wij velen vallen,
gedood in duizendtallen.
Laat dan Uw hart niet vrezen,
want God zal met ons wezen.
Als druk van vele zijden,
doet roepen om bevrijden.
Als boze machten trachten,
wat recht heet te verkrachten.
Weet dat het eind der tijden,
er een zal zijn van lijden.
De tijd van de verdrukking,
maar ons wacht de verrukking.
God immers heeft beloofd,
dat niemand wordt ontroofd.
Die in Zijn hand geborgen,
blij uitzien naar de morgen.
Waar God voor al de Zijnen,
Zijn heil ons laat verschijnen.
Dan worden wij omgeven,
Licht, Vrede, Eeuwig Leven!