Hoe wonderlijk Heer zijn Uw wegen,
die ik geleid ga aan Uw hand.
U leerde mij Uw vreugde kennen,
Uw vrede die mijn ziel omspant.
Gij schonk mij ’t licht in donk’re tijden,
waarin Uw troostwoord niet ontbrak.
Het was Uw licht dat deed verblijden,
wat U met liefd’ voor mij ontstak.

Gij wilt mijn voeten dagelijks richten,
op wegen die begaanbaar zijn.
Al gaan zij soms door berg en dalen,
en kost die weg soms moeite en pijn.
Maar wat ‘k ook op die weg zal vinden,
steeds zal er zijn Uw trouwe hand.
Ik ga daarop niet als een blinde,
maar in Uw licht dat voor mij brandt.

Ik weet ik zal het doel bereiken,
wat U met mij voor ogen hebt.
Ik zal zover mijn oog kan reiken,
het heil zien dat U voor mij schept.
Gij hebt een plan Heer met mijn leven,
Gij laat mij de contouren zien.
Ik heb alleen maar na te streven,
Uw woord waarmee ‘k in liefde dien.

Want op Uw Woord Heer kan ik bouwen,
op Uw beloften mij gedaan.
Meer dan op mensen te vertrouwen,
slechts op Uw woord Heer komt het aan.
Dus laat Uw hand mij maar geleiden,
die mij op Uwe wegen houdt.
Die zal mij naar een toekomst leiden,
die vreugdevol eens wordt aanschouwd.

 

 

You have no rights to post comments