De levensweg die als een onbetreden pad begint,
dat ons naar onbekende verten toe laat voeren.
Is als een weg die voor ons als een slingerend lint,
ons hart door moeite en zorgen zal beroeren.
De eerste stappen deden wij aan moeders hand,
waaraan wij onze wankele schreden deden.
En zo ontdekten wij al gaandeweg het nieuwe land,
met al zijn wonderen verbazend tegemoet getreden.
Zo leerden wij de lessen tussen goed en kwaad,
geleid door ouders op wie wij vertrouwden.
Zij wezen ons verbanden waar het steeds om gaat,
en het belang die waarden in het oog te houden.
Want hard en kil blijkt ras de wereld om ons heen,
waar vreugde en verdriet ons spoedig blijken.
Waar ieder mensenkind zijn levensweg alleen,
mee om moet leren gaan en naar de toekomst kijken.
Want gaandeweg wordt ieder op die weg gevormd,
en moet elk mens door scha en schande leren.
Zo wordt ons leven door de tijden heen hervormd,
en leren wij van fouten om ons te bekeren.
Het leven dat ons langzaam slijpend rijpt,
wil van ons mensen maken die begrijpen.
Hoe alles als een rader in elkander grijpt,
en wij ons naar haar wetten zullen leren ijken.
Oneffen is het lange pad dat wij begaan,
bezaaid met scherpe stenen en vol kuilen.
Waarlangs de struiken en de scherpe distels staan,
zoekend een plek om voor de storm te schuilen.
Die als hij opsteekt ons soms overvalt,
en ons bestaan vaak heftig fel laat trillen.
Dooreen schudt met een boze stem die bralt,
en met zijn krachten ons laat beven en laat rillen.
Om op die weg te kunnen blijven staan,
en die volbrengend om te overleven.
Is het belangrijk aan Gods trouwe hand te gaan,
en door Zijn zorg en liefde rijkelijk omgeven.
Steeds aan Zijn hand met Hem de weg omhoog.
om veilig in Gods woning aan te komen.
Dan rijst aan t’ einde blijde voor ons oog,
’t Beloofde land waar wij al gaande stil van dromen.