Kom tot ons Heer in vuur en vlam,
in gouden hemelgloed.
Gij hemelkoning, Gij het Lam,
verlos ons door Uw bloed.
Gij bruidegom, kom tot Uw bruid,
die uitziend op U wacht.
En leg voor haar de loper uit,
die hunkerend naar U smacht.

Hoe lang nog Heer, voor Gij ontsluit,
de poorten van Uw Rijk?
Hoelang nog voor ’t bazuin geluid,
vermeldt het Koninkrijk?
Hoe lang nog voor de Morgenster,
de Davidster verschijnt?
Hoelang nog Heer, nu nog zo ver,
de dag, de nacht verdrijft?

Kom haastig, spoedig tot ons Heer,
wij wachten al zo lang.
Daal uit de wolken tot ons neer,
bejubeld met gezang.
Vestig Uw koningschap op aard’,
Uw heerschappij alom.
En laat ons om Uw troon geschaard,
ingaan in ’t heiligdom.

Verlangend naar gerechtigheid,
Uw vrede en Uw rust.
Uw koninkrijk in heerlijkheid,
in ’s hemels licht, Uw lust.
O bruidegom kom tot Uw bruid,
die uitziend op U wacht.
En leg voor haar de loper uit,
die hunkerend naar U smacht.
     
 
 
 

 

You have no rights to post comments