Hij was een blinde bedelaar,
hij hoorde Jezus stem.
Hij riep tot Hem met veel misbaar,
maar het volk bestrafte hem.
Doch Hij bleef roepen tot de Heer,
“Heb medelij met Mij”.
“Gij Zoon van David zie toch neer,
op mij, ga niet voorbij”.
Toen kwam de Heiland naar hem toe
en bleef stil bij hem staan.
“Wat wilt Gij dat ik voor U doe?”
vroeg Hij met hem begaan.
Heer maak mij ziende door Uw woord,
schenk aan mijn ogen ’t licht.
Opdat ik voortaan ongestoord,
mag wandelen in Uw licht.
Toen werd aan hem zijn wens vervuld.
zag Bartimeus weer.
En keek verblijd door geloof omhuld,
in d’ogen van de Heer.
Nu volgt Hij Jezus in zijn spoor,
Hij looft en dankt de Heer.
Hij danst weer blij de wereld door,
want ’t is niet donker meer.