Gij blijft aan ons de liefde leren,
wat liefde brengt, wat zij vermag.
Uw woord vraagt dat wij ons bekeren,
Uw woord heeft goddelijk gezag.
Wie naar Uw woorden hoort en doet,
krijgt in het Godsrijk vaste voet.
Gij spreekt tot ons, Gij laat ons horen,
Gij houdt ons Uw geboden voor.
Gij wilt niet dat wij gaan verloren,
Gij trekt voor ons Uw lichtend spoor.
Wie naar Uw woorden hoort en doet,
krijgt in het Godsrijk vaste voet.
Gij leeft ons voor, Gij laat ons tonen,
in woord en daad, wat Gij verlangt.
Want liefde maakt ons docht’ren, zonen,
waarvan elk eens Gods heil ontvangt.
Wie naar Uw woorden hoort en doet,
krijgt in het Godsrijk vaste voet.
Wie liefde draagt, wie haar zal schenken,
wie handelt, wandelt in Gods licht.
God zal in liefde hem gedenken,
al wie zich naar Zijn woorden richt.
Wie naar Zijn woorden hoort en doet,
krijgt in het Godsrijk vaste voet.
Melodie Gez 429 l.v.d.k