Als wind die door de bomen waait,
met vlagen hard en zacht.
Zo is de Geest die vurig zaait,
zijn lichtend vuur ons bracht.
Hij strooit de vonken in ons uit,
een vlam in ons ontstaat.
Die gloeiend in het hart ontspruit,
een vuur dat leven gaat.
Dit vuur zal raken tong en taal,
en strelen hart en oor.
Doorbreekt barrières van de taal,
de Geest bewerkt gehoor.
De spraakverwarring is voorbij,
er is geen misverstand.
Want wij verstaan Gods woorden blij,
vertaald door hogerhand.
Verrassend is het werk der Geest,
soms als een bries, een storm.
Soms als een donderslag, gevreesd,
maar boeiend steeds de vorm.
Waarin Hij zich manifesteert,
steeds nieuw en steeds met macht.
Hij onderwijst ons en Hij leert,
Hij leidt ons schenkt ons kracht.
Het is de Geest die ons verlicht,
ons met Zijn gloed doortrekt.
Wiens vuur wiens vlam ons aangezicht,
laat stralen opgewekt.
Het is die Geest der Waarheid die
voor leugen ons bewaart.
Het is die Geest in klaarheid die,
in ’t licht Gods woord verklaart.