Heer wij zien met hartsverlangen,
naar Uw wederkomen uit.
Nog in angst en dood gevangen,
wachtend op het blij geluid
dat bazuinen luid laat schallen,
over heel het wereldrond.
Gij bevrijden zult ons allen,
op die blijde morgenstond.
Hoe lang moeten wij nog dragen,
zorg en kommer kwel en pijn.
Voor dat deze dag zal dagen,
wij verlosten zullen zijn.
Hoe lang zal nog de verdrukking,
voor ons duren en de nacht.
Tot zal komen de verrukking,
van Uw Koninkrijk, dat wacht.
Om ons heen zien wij het teken,
van de tijd waarin wij staan.
Wanneer zal Uw heil aanbreken,
’t licht dat voor ons op zal gaan.
Heer de wereld is verduisterd,
vol van oorlog en geweld.
Dat Uw volk, Uw kind’ren kluistert,
voor ons oog het leed gesteld.
Wil toch met Uw vrede komen,
Heer ons hart roept naar U uit.
Kom vervullend onze dromen,
Kom Heer Jezus haal Uw bruid.
Zie wij hebben onze lampen,
voor het bruiloftsfeest gereed.
Ons aan Uw beloften klampen,
die U gaf en aan ons deed.
Heer wij blijven stil verwachten,
blijde uitzien naar de dag.
Blijf ons houden in gedachten,
tot die dag aanbreken mag.
Snellen zullen onze voeten,
als die grote dag opblinkt,
Wij U Heer mogen begroeten,
juichend ons hosanna klinkt.
melodie gez 292 L.v.d.K