God is een God die nooit laat varen
de werken die Zijn hand begon.
En door geen macht te evenaren
die doen kon wat de Schepper kon.
Het rest ons mensen slechts verwondering
voor alles wat God heeft gedaan.
En daarbij in stille bewondering
voor Hem op onze knieën gaan.
De mens wil graag de hemel vinden
die hij met man en macht bestormt.
Maar God maakt hem daarvoor een blinde
zijn helderziendheid wordt vervormd.
God immers stelt de mens Zijn grenzen
wanneer hij reist door het heelal.
Houdt hij zich wel aan ’s Heren wensen
die over ’t al regeren zal.
Gods schepping stelt de mens voor wazen
voor sluiers op zijn pad gelegd.
God vraagt voor ’t zichtbare verbazen
wat één voor één wordt uitgelegd.
God blijft geheimen veilig stellen
opdat geen mens die ooit bederft.
Wat God hem nog niet wil vertellen
voordat hij ’t antwoord eens verwerft.
Wie zich door Gods liefd' weet gedragen
vertrouwend naar de toekomst ziet.
God laat hem van Zijn woord gewagen
dat elk wie gelooft hem uitkomst biedt.