Gods licht doorbreekt de wolken,
stralend met held’re glans.
Het spreidt zich over d’ aarde,
en plaatst haar in haar glans.
Geen duisternis houdt stand,
zij wordt alras verdreven.
Want God wil dat wij leven,
in ‘t licht dat voor ons brandt.
Dit licht dat Hij laat schijnen,
zal nooit meer doven gaan.
Dit licht blijft eeuwig stralen,
en blijft rondom ons staan.
Het zal ons steeds verwarmen,
verkillen zal het niet.
God sluit ons in Zijn armen,
door ‘t licht dat Hij ons biedt.
In Christus ‘t licht der wereld,
ligt veilig ons bestaan.
Zijn licht heft onze harten,
omhoog ten hemel aan.
Hij trekt ons met Zijn stralen,
boven de wolken uit.
Hij tilt ons zonder dralen,
boven de moeiten uit.
Als wij Zijn licht maar volgen,
komen w’ eens veilig thuis.
Want Christus zal ons dragen,
naar ‘t hemels Vaderhuis.
Om in Gods licht te wonen
en eeuwig daar te zijn.
Met d’ engelen Hem betonen,
‘t loflied der serafijn.