Hij schenkt aan ons het levend water
Hij Jezus is de Levensvorst.
Hij spreekt van nu en spreekt van later
stilt onze honger, onze dorst.
Hij immers is het brood des levens
voor ons het water uit de bron.
Het zijn voor ons die twee gegevens
waarmee voor ons het heil begon.
Maar meer dan dat is er te melden
Hij was ’t die onze zonden droeg.
Op wie de mensen gingen schelden
en wie men aan het kruishout sloeg.
Was men Zijn liefde dan vergeten
Zijn wonderen en Zijn zorgzaamheid.
Wilde men er niet meer van weten
wat Hij gedaan heeft wijd en zijd.
De Heer Hij kende slechts gelijken
Hij maakte niet graag onderscheid.
Dat liet Hij in zijn handelen blijken
steeds tot rechtvaardigheid bereid.
Wel sprak Hij vaak de hoog geplaatsten
op hun gedrag en daden aan.
Tot zij zich langzaam gingen haasten
met deze mens moet afgedaan.
De upper ten zij kreeg haar kansen
en nam toen zich die voordeed waar.
Zij lieten zilverlingen dansen
die Judas aannam als gebaar.
Door een der twaalven toen verraden
in ’t donker in Gethsemane.
Had Jezus zich op ’t lot beraden
en ging met de Romeinen mee.
Een kort proces voor hoge heren
van priesters, koning tot landvoogd.
Kon Jezus dood en straf niet keren
zoals toen door het volk beoogd.
Beschimpt gegeseld en geslagen
geradbraakt door het ruw geweld.
Heeft Hij toen zelf het kruis gedragen
waaraan Hij hoog werd opgesteld.
Zijn dood kwam reeds na enkele uren
door dorst en hitte, pijn gekweld.
Die Hij aan ’t kruis had te verduren
zo werd de brug naar God hersteld.
Dit was de weg die Hij moest wandelen
dit bleek de weg die Hij moest gaan.
En naar Gods wil in liefd’ te handelen
getrouw met ons als mens begaan.
Het donkere graf kon Hem niet binden
waarin Hij stil was neergelegd.
En op die ochtend niet te vinden
zoals Hij ’t eerder had voorzegd.
De dood tot ’t uiterste bestreden
moest Hem als winnaar laten gaan.
Door alles wat Hij heeft gelden
schonk Hij aan ons een nieuw bestaan.
Steeds wanneer wij de beker drinken
gevuld met water uit Zijn bron.
Dan zullen wij op Jezus klinken
die kruis en dood ons overwon.
Weer zal Hij Levensvorst ons tonen
hoe levend water wordt tot wijn.
Met levend brood ons ook belonen
zo tekenend in ons midden zijn.
Zo wil Hij bij een ieder stillen
de levenshonger en de dorst.
Zegenend brood en wijn optillen
Hij onze Heer en Levensvorst.
Dit is wat Hij ons steeds wil schenken
als wij met Hem aan tafel gaan.
Om zo voortdurend te gedenken
wat Hij in liefde heeft gedaan.