Ik vecht mij steeds weer naar U toe
tegen de stroming in.
Al maakt het leven mij soms moe
toch zoek ik Uw bemin.
Heer vat en reik mij toch Uw hand
trek mij uit ’t duister op.
Ga met mij naar ’t beloofde land
door U gehaald uit ’t slop.
Kom met Uw liefdewoord tot mij
Heer draag mijn leven voort.
Mijn hulp in nood Heer dat zijt Gij
wiens oor mijn roepstem hoort.
Ik vertrouw op U mijn God en Heer
Uw liefde en genade.
Ik leg hart en leven voor U neer
laat m’ in Uw zegen baden.
Laat om mij heen Uw liefdeschijn
doorlopend om mij stralen.
Elk duister met zijn zwart venijn
voor mij Heer neder halen.
Zodat de dageraad verschijnt
voor mij de nacht laat wijken.
En voor mijn oog het zonlicht schijnt
dat voor mij staat te prijken.