Nog eens zal Hij verschijnen
dalend op ‘t wereldrond.
Verzamelend al de Zijnen
waar Hij beminden vond.
Miljarden zal Hij hoeden
ontelbaar is ‘t getal.
Geen mens heeft het vermoeden
hoeveel dat blijken zal.
De Heer roept Zijn beminden
van ver en overal.
Waar zij zich ook bevinden
te komen naar Zijn stal.
Die tot stad is verheven
voorzien van heerlijkheid.
Waar allen mogen leven
tot in der eeuwigheid.
Op deze dag der dagen
maakt God beloften waar.
Zijn woord zal nooit vervagen
Gods toekomst die blijkt daar.
Zij staat ons vast voor ogen
en roept ons in te gaan.
Laat ons Zijn Naam verhogen
voor wat Hij heeft gedaan.
Nog eens komt Hij verschijnen
Zijn dag is niet meer ver.
Het licht zal nooit verdwijnen
zo stralend als een ster.
Met ‘t zonlicht saam het teken
dat ‘t licht nooit zal vergaan.
Door Gods woord is ‘t gebleken
dat ‘t altijd blijft bestaan.
‘t Duister voorgoed verslagen
enkel Gods licht heeft macht.
Dat dan ten eeuw'ge dagen
waakt over Gods geslacht.
‘t Zal nooit meer donker wezen
God heeft een streep gezet.
Wij hoeven nooit te vrezen
geen macht die ‘t licht belet.
Melodie Lb.v.d.K 117