Ten hemel opgevaren,
steeg Hij van d’ aarde los.
Op ’t wolkendek gedragen,
ver boven land en bos.
Ver boven zee en luchten,
is Jezus thans gegaan.
Door naar de Vader vluchten,
en van ons heengegaan.
Wij staarden naar de wolken,
wij keken naar de lucht.
Een engel deed vertolken,
’t antwoord op ons gezucht.
De Heer zal wederkeren,
op wolken tot U weer.
Vanuit de hemelsferen,
daalt Hij eens tot U neer.
Hij zal, komt dan d’ aarde richten,
brengt vree, gerechtigheid.
En vreugd op uw gezichten,
als zijn komst u verblijdt.
Op zetels zult u tronen,
in ’t Godsrijk u beloofd.
U zult eens bij Hem wonen,
met Hem als koning, hoofd.