Het fundament van geloof, hoop, liefde
daarop dient ’t levenshuis gebouwd.
Hiermee doorstaat men ’s levens stormen
als men daarmee op God vertrouwt.
’t Zijn deze drie die in het leven
de basis zijn om voort te gaan.
En aan Gods hand zich laten leiden
langs ’s levens kronkelende baan.
Geloof is de kracht met hoop als richtsnoer
die op de liefde zijn geënt.
Die samen met hun mogelijkheden
naar ’t levensdoel zijn toegewend.
Dit krachtig snoer blijkt onverbreekbaar
een keten die hen samenbindt.
Om zo hun taken te volvoeren
tot die eens zijn voleinding vindt.
Het geloof is stuwkracht van ons leven
hoop is het die ons uitzicht biedt.
’t Meest van de drie blijkt steeds de liefde
haar kracht gaat nimmermeer teniet.