De spiegel geeft een wazig beeld
verbergt daarmede Gods contouren.
Want Christus toont ons onverdeeld
het beeld dat ons tot Hem zal voeren.
Wat voor ons oog niet helder bleek
laat Christus in elk mens verscherpen.
Voor wie Hem recht in d'ogen keek
en zijn blik op de Heer bleef werpen.
Hij maakt God duidelijk met Zijn woord
Zijn wonderen en Zijn liefdedaden.
Hij bindt hen met Zijn liefde koord
niets is er wat een mens kan schaden.
God krijgt gestalte in Zijn Zoon
op wie een ieder kan vertrouwen.
Sprekend met liefdevolle toon
Hij leert ons om op God te bouwen.
Wie naar ‘t gezicht van Christus ziet
ziet dan ook ‘t beeld van God de Vader.
Helderder blijkt Gods spiegel niet
men komt God slechts door Christus nader.
Wanneer de tijden zijn volbracht
zal men God in glorie aanschouwen.
Hij toont Zijn heerlijkheid en macht
aan hen gerekend tot getrouwen.
Want wie in Christus heeft geloofd
Hij die met God ons zal regeren.
In ‘t land met toekomst ons beloofd
mag wonen in Gods blijde sferen.
n.a.l.v Handelingen 17 : 16-34