Een blinde hij heeft goede oren
zou hij Gods roepstem wel verstaan.
En beter dan dat wij die horen
als God ons roept bij onze naam.
Die door kakofonie van klanken
en beelden voor ons oog verstoord.
Daardoor veel slechter wordt ontvangen
waardoor Gods stem niet wordt gehoord.
Een blinde hoeft zich slechts te richten
door training op Gods stemgeluid.
Hij ziet geen beelden en gezichten,
want zijn ontvanger staat nooit uit.
Hij wordt niet afgeleid door zaken
die ’t horen van Gods stem belet.
Maar kan zich door God laten raken,
omdat hij beter daar op let.
Wij zienden hebben vaak problemen
met het vernemen van Gods stem.
Die afleiding ons blijft ontnemen
te weinig vaak gericht op Hem.
Gods fluisteringen zijn te horen
als wij er maar voor open staan.
Wanneer zij klinken tot onz’ oren
en om hun inhoud te verstaan.
In stilte is Gods stem waarneembaar,
met oor en hart op God gericht.
Zo maakt Hij ons Zijn woord dan kenbaar
voor Hem geknield met d’ ogen dicht.
Dan zijn wij even als die blinde
waardoor wij Gods stem goed verstaan.
Keer in tot Mij dan zult u vinden,
de weg om die met Mij te gaan.