waaiende langs de vier windstreken.
Makend ons van verwondering stil,
als wij Zijn vuurvlam plots bemerken.
Waarmee Hij hart en ziel doorgloeit,
en nieuwe kracht door ons laat stromen.
Door Zijn aanwezigheid geboeid,
waarin Hij tot ons is gekomen.
Hij maakt bij ons de tongen los,
bewerkt dat wij een taal gaan spreken.
Is als een ruiter op zijn ros,
die alle grenzen kan doorbreken.
Niets is er dat Hem evenaart,
Zijn macht en kracht kent geen beperken.
In beeld de toekomst ons verklaard,
toont Hij aan ons Gods wonderwerken.
Hij is de Geest die is beloofd,
waarvan Zijn wonderen getuigen.
En ons Zijn vlam die nimmer dooft,
vanuit de hemel aan deed reiken.
Hij die ons met elkaar vereend,
zal in ons hart de woorden schrijven.
De kracht aan ons door Hem verleend,
zal heel ons leven bij ons blijven.