de tijd om van hier heen te gaan.
In 't hart zal dan de hoop opleven,
dat d' hemeldeuren openstaan.
Daar immers staat op ons te wachten,
de Heiland in Zijn stralend kleed.
Ons tonend alle hemelprachten,
die uitgespreid zijn hemelsbreed.
De laatste reis wordt aangevangen,
op vleugelen worden wij geleid.
Om 't Goddelijk heil te gaan ontvangen,
levend voorgoed in d' eeuwigheid.
Met lichtglans worden wij omgeven,
die al het aardse overstijgt.
Waar elk in 't land van eeuwig leven,
van God zijn nieuwe woning krijgt.
Niets kan de glorie evenaren,
die ons ten deel valt in Gods licht.
Is met geen woorden te verklaren,
zo heerlijk voor ons opgericht.
Geen vrees hoeft ons hart te bezwaren,
wanneer wij gaan van hier naar daar.
Want bij de hemelpoort ervaren,
wij 't eeuwig thuis staat voor ons klaar.