volbracht is, d' aardse strijd gestreden.
En alle moeiten alle pijn,
voorgoed behoren tot 't verleden.
Als zonde en ziekt' niet meer bestaan,
en al het kwade is verdreven.
Met Christus 't Godsrijk binnengaan,
daar waar ons wacht het eeuwig leven.
Eens zullen w' overwinnaars zijn,
die gelovig hebben stand gehouden.
Wetend dat wij Gods kinderen zijn,
die Hij aan Christus toevertrouwde.
Die dag zal d' overwinningsvaan,
door Christus worden opgeheven.
Uit mond en hart zal dan voortaan,
ons loflied worden aangeheven.