ben ik weer naar het licht gedragen.
God heeft mijn moeiten, nood gestild,
toen ik Hem om Zijn hulp deed vragen.
Uit diepten naar omhoog getild,
ben ik geplaatst op nieuwe wegen.
God schonk in goedheid trouw zo mild,
mij daarop weer opnieuw zijn zegen.
Uit diepten naar omhoog getild,
ervoer ik weer Gods sterke handen.
In mijn gebed voor Hem verstild,
voel ik met Hem mijn nauwste banden.
Uit diepten naar omhoog getild,
toont God mij steeds weer vergezichten.
Waarop mijn ogen blij gewild,
naar boven naar de Godsstad richten.