zijn wij met z'n allen naar d' hemel op weg.
Met in onze rugzak de reisgids voor 't leven,
zo trekken wij verder langs struiken en heg.
Wij hoeven alleen niet de tocht te vervolgen,
wij hebben een Leidsman en Hij gaat ons voor.
In Hem hebben wij onze Herder gevonden,
't is Jezus de Heiland Hij wijst ons het spoor.
De tocht die wij maken kent ook zijn gevaren,
een dwaling een misstap ligt steeds op de loer.
Want struik'len en vallen moet worden voorkomen,
dat blijkt gaande weg voor ons allen een toer.
Wijk niet van het pad door de Herder gewezen,
want Hij heeft de weg voor ons allen bepaald.
Hij zal op de tocht die wij gaan er voor zorgen,
dat niemand op weg naar de hemel verdwaalt.
Langs hoogten door diepten, en sling'rende paden,
komt eenmaal de hemel voor ons naderbij.
Wij zullen met Jezus het einddoel behalen,
maar moeten de doodsgrens alleen nog voorbij.
Daarna zal het hemelse licht zich uitstrekken,
dat wenkend en stralend ons blijde begroet.
Om ons uit het duistere doodsdal te trekken,
en gaande ons eeuwige huis tegemoet.