van zwarte schaduw en spelonken.
Op weg zijnd naar je nieuw bestaan,
dat in de verte ligt te lonken.
Je oog zal zien het vonkend licht
aan 't eind van 't pad dat staat te glitteren.
Om wandelend aan Jezus hand,
de eeuwigheid blij zien te schitteren.
Je moet eerst door de doodsrivier,
voordat je in dat land zult komen.
Om komend daar gaande van hier,
te worstelen door haar waterstromen.
Maar weet er zal daar zijn die hand,
die altijd je deed voortgeleiden,
Die trekt jou veilig op de kant.
en zal je door het doodsland leiden.
Door hemelvensters straalt het licht,
God zet haar vensters voor je open.
Je wordt uit 't duister opgericht,
mag nu de hemel binnenlopen.
De Heer maakt Zijn beloften waar,
je kunt op elk woord van Hem bouwen.
Hij schenkt je met een weids gebaar,
Zijn heil waar op jij mocht vertrouwen.