een warme gloed die ons omarmt.
Waar wij bijeen zijn en vergaderd,
gebroken vaak, kapot, verarmd.
Hij is de Trooster die wil helen,
die op en in ons nederdaalt.
Hij wil in onze smarten delen,
het is Zijn kracht die hen weghaalt.
Hij laat Zijn krachten ons doorstromen,
richt moede harten, hoofden op.
Als wij Hem bidden zal Hij komen,
verheugen elke hartenklop.
In taal en teken zal elk horen,
en laat Hij ons elkaar verstaan.
Wat onze levens deed verstoren,
wordt door Zijn goedheid weggedaan.
Hij laat Zijn vuurgloed ons doortrekken,
heeft tongen op ons hoofd geplaatst.
Zal hart en ziel tot leven wekken,
met uitwerking die ons verbaast.
Grenzen en muren laat hij wijken,
zo brengt Hij ons weer tot elkaar.
Een vijand zal een vriend gaan blijken,
Hij maakt Zijn vrede voor ons waar.