wij allen konden hem verwachten.
Hij schonk een vuurvlam op ons hoofd,
en toonde zijn bijzondere krachten.
Op hoge winden kwam Hij aan,
vanuit de hemelse gewesten.
Wij konden plots elkaar verstaan,
wiens oorsprong lag in 't oost of 't westen.
Hij maakte hart en wezen een,
zijn heilig vuur werd afgeschoten.
Hij schonk zijn gaven iedereen,
met grote vreugd werd elk begoten.
Hij maakte los de mensentong,
verbazing droeg ons over grenzen.
En 't blijde loflied dat men zong,
dat was een lied van feesttendensen.