verkondigden zij ons het heil.
In 't felle geel de aard' ontloken,
bliezen zij voor de Heer 't reveil.
Nadat de steen was weggenomen,
en door Gods engel aangeraakt.
Is Jezus uit het graf gekomen,
en uit de doodslaap weer ontwaakt.
Die morgen bij het ochtendgloren,
legde de Heer het doodskleed af.
Mochten wij van Gods engel horen,
dat Hij verrezen was uit 't graf.
De windselen heeft hij ons doen tonen,
stil aan het hoofdeind neergelegd.
En met Gods vrede ons doen lonen,
die over ons is uitgezegd.
Dit blijde bericht voor hart en oren,
moet steeds weer gaan van mond tot mond.
Laat het de hele wereld horen,
dat Christus uit de dood opstond.
Het Paasfeest is steeds weer bezinning,
van 't Licht dat God heeft uitgestort.
Van Jezus strijd en overwinning,
en zo de mens tot vreugde wordt.