de laatste tocht te gaan aanvaarden
Wanneer de Heer spreekt "Het is tijd",
om heen te gaan van deze aarde.
Zijn hart en ogen wel gericht,
op 't uur dat eenmaal aan zal breken.
Op reis te gaan naar 't eeuwig licht,
en naar Gods blijde hemelstreken.
Niet ieder mens wordt hoogbejaard,
niet elke levensweg kent tachtig jaren.
Of hoger, door Gods hand bewaard,
Hij zal die tijd ons niet verklaren.
Wees daarom elke dag bedacht,
reisvaardig voor die tocht te wezen.
Wanneer de hemel op je wacht,
d' ontmoeting met het Opperwezen.
Wij mensen zijn gelijk het gras,
dat snel verdort, niet meer gevonden.
Als eenmaal uitgebloeid gewas,
en niet meer met de aard' verbonden.
Maar God Hij biedt aan ons de troost,
dat wij voor eeuwig zullen leven.
In 't thuisland van de Allerhoogst,
voortdurend met Zijn liefd' omgeven.
Wees dan bereid om heen te gaan,
als God Zijn plannen zal ontvouwen.
Ziend waar je nieuwe huis zal staan,
wat Vader voor je heeft doen bouwen.
Laat los en achter wat je bindt,
en richt je maar op Gods beloften.
Om uitziend wat je oog eens vindt,
aan heerlijkheden, Zijn geloften.