Elk mens zoekt zich een weg door 't leven,
dat onbarmhartig vaak doet zijn.
Door weerstand en met strijd omgeven,
kan leiden tot verloren zijn.
De sterksten met hun grote monden,
die vaak de zwak'ren nederslaan.
Worden steeds meer en meer gevonden,
hen rest vaak armoe in 't bestaan.

'k Hoor om mij heen de mooiste woorden,
van zorg en van betrokkenheid.
Maar waar zijn dan de liefdekoorden,
die mensen van hun last bevrijdt?
Ik zie hoe velen nu nog lijden,
kapot, vernederd, onder druk.
Wie zal de minsten gaan bevrijden,
brengt in hun levens weer geluk?

Wie laat het recht weer prevaleren,
waarover ons de Bijbel spreekt.
Wie helpt het onrecht om te keren,
voor velen toekomst weer aanbreekt.
Wie blijkt er nog Gods Woord te horen,
en daaraan strijdend te voldoen.
Wie streeft er naar het ochtendgloren,
de dag, de tijd van het verzoen?

Ik erger mij aan mooie woorden,
die mensen in de kou laat staan.
En niet gericht op wat wij hoorden,
het onrecht laten voortbestaan.
Hoe zij gemaakt tot de ontrechten,
elk uitzicht hen ontnomen wordt.
En niet in staat meer om te vechten,
in 's levens diepten zijn gestort.

In 't hier en nu wordt hen ontnomen,
vaak 't uitzicht dat hun kracht weer geeft.
Om uit het diepe dal te komen,
de duisternis die hen omgeeft.
Wij hebben d' opdracht hen te helpen,
om niet aan hen voorbij te gaan.
En daar waar nood is die te stelpen,
zodat zij niet tenondergaan.

Weet, God zal eens zijn oordeel vellen,
dan houdt hij ons zijn regels voor.
Hij vraagt ons dan Hem te vertellen,
waarom wij gaven geen gehoor.
Want op die dag zien wij gebeuren,
dat God verdrukten voor laat gaan.
En hij ons handelen af zal keuren,
om wat door ons niet is gedaan.
Justus A. van Tricht


 

You have no rights to post comments