een ieder die zich tot Hem richt.
En aan de Heer om bijstand vragen,
om uitkomst in zijn nood, om licht.
Dan laat Hij alle duister wijken,
wat grauw en donker ons omsluit.
Ons naar een blijde toekomst kijken,
op onze wegen recht vooruit.
God is een God van het bevrijden,
er is geen ander naast de Heer.
Die ons kan hoeden en kan leiden,
en brengen in Zijn vredesfeer.
Hij is een God van trouw en liefde,
zich altijd aan Zijn woorden houdt.
Noemt ons Zijn kinderen Zijn geliefden,
wiens oog in liefde ons aanschouwt.
God is nabij wanneer wij werken,
of slapend zijn in zoete rust.
Om in de slaap ons te versterken,
voordat Hij ons weer wakker kust.
Niets blijft er voor Zijn oog verborgen,
zijn alziend oog dat alles ziet.
Hij blijft als Vader voor ons zorgen,
want God vergeet Zijn kinderen niet.
God is een God die zal gedenken,
al wie Hem liefheeft met Zijn vreugd.
Elk die in ruime mate schenken,
opdat men zich in Hem verheugd.
Met zegen laat Hij ons bedauwen,
bij elke nieuw morgenstond.
Als wij het zonlicht weer aanschouwen,
klinkt weer Zijn liefde uit Zijn mond.