en draagt ons voort als op de waterstromen.
Zij neemt ons op haar golven met zich mee,
en aan haar stuwing valt voor ons niet te ontkomen.
Maar weet dat ondanks dat de tijd verglijdt,
dat God het is die haar houdt in Zijn handen.
Totdat wij eenmaal komend aan het eind der tijd,
in d’ eeuwigheid van Gods genade eens belanden.
De tijd verglijdt als water naar de zee,
en niets kan haar ooit wenden of doen keren.
Zij voert ons aan haar handen dagelijks mee,
en wil aan ons haar kostbaar zijn steeds leren.
Benut met God de aan u geschonken tijd,
weet en besef hoe snel zij kan vervliegen.
Dat tijd die door de Heer aan ons is toegewijd,
zij is begrensd voordat wij in Zijn armen rustend wiegen.
De tijd verglijdt als water naar de zee,
maar ook aan tijd komt eenmaal vast een einde.
God deelde dat in liefde aan ons mee,
Zijn heerlijkheid komt nimmer tot een einde.
Want d’ eeuwigheid bezit en kent geen klok,
waarop de uren telkens weer zijn af te lezen.
God zet ons met de tijd niet voor het blok,
want eens zijn wij met Hem een eeuwig wezen.