De kerstman heeft het pleit gewonnen,
van ’t Christuskind in deze tijd.
De grote slag is weer begonnen,
van de commercialiteit.
De kerststal is in ongenade,
de kerstkitsch voert de boventoon.
Waarmee de winkels overladen,
een deel opeisen van ons loon.
Het Jingle Bells klinkt door de straten,
het Stille Nacht raakt uit de tijd.
Is ingeruild heeft ons verlaten,
voor hem die met zijn rendier rijdt.
Ik zie bij V&D en Blokker,
in schappen steeds het zelfde staan.
De kerstman blijkt de grote lokker,
die ‘t Christuskind heeft doen verslaan.
Die sfeer schept in mijn hart geen vrede,
maar ‘k voel alleen maar ergernis.
Dat ’t beeld van ’t kind wordt platgetreden,
’t Kerstfeest niet meer als vroeger is.
De Kerstsfeer tracht men nog in kerken
te laten zijn zo als weleer.
Maar ’t Kerstmis zoals vroeger merken,
die Kerstsfeer die bestaat niet meer.
Nu lijdt het Christuskind verliezen,
maar eenmaal komt de dag, de tijd.
De kerstman eieren zal kiezen,
en hij het feest niet meer ontwijdt.
Als van Advent voor ‘t laatst de kaarsen,
verwachtingsvol ontstoken zijn.
Zal Hij die wederkomt op aarde,
met Kerstmis d’ overwinnaar zijn.